‘Ik weet het even niet…’
‘Ik weet het even niet’, vertelt de één. ‘Ik voel me verlamd’, erkent een andere ondernemer. De wereld lijkt stil te staan; gesnoeid te worden. We lijken geen kant op te kunnen. In mijn gesprekken met ondernemers om te horen hoe het gaat in deze crisistijd, hoor ik bemoedigende verhalen, maar ook dit soort geluiden. Het doet me terugdenken aan mijn eigen ik-weet-het-niet-meer-periode.
Toen was ik mijn visie en richting even helemaal kwijt. Samen met mijn echtgenoot, kwam ik in die periode terecht nadat we in de jaren voorafgaand tot drie keer toe een weg waren ingeslagen waarvan we dachten dat een initiatief door God geleid was. Deze visionaire projecten leken in eerste instantie bevestigd te worden door situaties en mensen om ons heen. We gingen ervoor! Maar elke keer bleek de weg dood te lopen of knalden we keihard tegen een dichte deur op.
Een andere manier van ‘geloven’
Van nature bijt ik me vast in iets waar ik in geloof. Zoals meer ondernemende mensen, ben ik een vechter en doorzetter. ‘Hang in there!’ Gea, geloof! hou vol! is mijn natuurlijke neiging, gevoed door ‘mijn geloof in God’. Maar na een aantal zeer teleurstellende ervaringen en een ‘niet meer weten’ ging ik inzien dat geloven in God een diepere dimensie kan krijgen door alles even helemaal los te laten en me in de afgrond te laten vallen. In het geloof en vertrouwen dat God me daar ergens beneden opvangt. Dat ik daar in die onzekere, donkere diepte God mag ontmoeten.
Maar in plaats van God, kwam ik mezelf tegen! We kennen de uitdrukking ‘jezelf tegenkomen’ en dat klinkt niet zo leuk. Het was ook niet leuk. In mijn strijdbare houding van visionair bezig zijn, heb ik weinig aandacht voor negatieve emoties. Maar toen kwamen ze zomaar bovendrijven: onrust, onzekerheid, frustratie. Eigenlijk hadden die emoties minder met de recente teleurstellingen te maken, maar hadden ze al wortel geschoten in een verder verleden. Tijdens die ik-weet-het-niet-meer-periode gaf ik mezelf niet alleen toestemming om me in de afgrond te laten vallen, maar ook om een tijdje bewust in de put te verblijven. Inclusief emoties. In plaats van ze weg te duwen, vroeg ik me af wat ze me te vertellen hadden. Ik ging me bewust herinneren, herbeleven en doorvoelen. Onderwijl God uitnodigend. Het was niet gemakkelijk en het kostte tijd en energie, maar terugkijkend was het zó waardevol. God snoeide niet alleen mijn takken, maar ook mijn wortels! Het resultaat was dat het stil werd in mijn binnenste; een heilige, vredige stilte…
Een tekst in Hosea sprak me in die tijd erg aan: ‘Ik zal haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken.’ Dit Schriftgedeelte gaat over genezing en herstel van Gods bruid, Israël (2:16). Ik hou meer van reuring en beweging, dan van droge en dorre oorden. Maar God in Zijn liefde ‘lokt’ ons naar dergelijke plaatsen. Om ons te herstellen.
Dus weet je het even niet? Dat is OK. Misschien is het jouw woestijntijd. Omarm het, maar onthoud dan wel: God is liefde en oneindig goed. Laat je snoeien, laat je genezen. Leuk is het niet, maar zeker de moeite waard!