Een zendeling met een BAM-geschiedenis

“Zakendoen en zending is goed mogelijk, maar het is belangrijk dat de zakelijke kant goed neergezet wordt, want anders blijft het ook kwakkelen met de missie,” weet Hans Hamoen vanuit ervaring. Evangelie verkondiging is wat hem motiveert: “In hart en nieren ben ik eigenlijk een zendeling.”  Zijn loopbaan als ‘pionier-bissionairy’ begon veertig jaar geleden, en hij vindt het bemoedigd te zien hoe de BAM beweging wereldwijd alsook in Nederland groeit.

 

Bijbelsmokkel met een bedrijf

Hans stond aan de wieg van dertig Business as Mission bedrijven, waarvan twintig rendabel bleken en nog altijd draaien: “De Heilige Geest geeft creativiteit en laat mogelijkheden zien.” Deze ondernemer pakt de mogelijkheden die hij ziet ook aan: precies veertig jaar geleden op 1 maart 1983 startte hij zijn eerste ‘business as mission’ bedrijf met het doel in samenwerking met Open Doors Bijbels te smokkelen naar de destijds gesloten landen achter het IJzeren Gordijn. De ruilhandel met communistische landen bleek mogelijkheden te bieden: “We ruilden goederen met die landen, we brachten bijvoorbeeld cacaopoeder en namen houten klapstoelen mee terug. In onze vrachtwagens van twintig ton, verstopten we twee ton lectuur en konden zodoende 2400 Bijbels per keer meenemen.” Het systeem werd verder ontwikkeld, waarbij een beperkt aantal mensen binnen het bedrijf deel waren van het ‘complot’. We hadden op een gegeven moment zeventig mensen in dienst, en brachten tussen 1983 en 1991 ruim een miljoen Bijbels naar gesloten landen, eerst de communistische en later ook naar landen o.a. Koeweit, Jemen en Ethiopië.

In die tijd zagen we veel wonderen. Aan de andere kant was het ook een tijd van groeien in het vertrouwen op God. Ten eerste vanwege de spanning of hun clandestiene activiteiten werden ontdekt, en Hans opgepakt zou worden. Daarnaast of de financiën rondkwamen. “In de ruilhandel is cashflow een constant probleem. We hadden altijd een tekort. Op vrijdag wisten we nooit hoe de rekeningen de volgende week betaald zouden moeten worden. Dan baden we, en dan was er weer geld op maandag. Het werd haast gewoon! Voor mijn secretaresse, die toen nog niet gelovig was, was het ongewoon. Jaren later vertelde ze me dat dit haar altijd hogelijk verbaasde en aan het denken zette.”

‘Vertrouwen ontwikkel je als je geen rooie cent hebt’

“Als je met Gods business bezig bent, mag je vertrouwen dat Hij voorziet,” is de ervaring van Hans. Hij promoot hier geen ‘welvaart evangelie’. In een adem door vertelt hij dat hij samen met zijn vrouw zeven jaar lang een dag per week verplicht vastten. Er was geen geld. “We hebben het toen niemand vertelt en mijn vrouw was creatief. Ze kocht lapjes stof op de markt en maakte jurkjes voor onze dochters. Mijn moeder had het wel in de gaten en bracht regelmatig een tas boodschappen. Mijn vrouw liep regelmatig met gaten in haar panty’s en dat vond ze verschrikkelijk, maar ze zegt ook dat het in geestelijk opzicht onze rijkste tijd was.” Hans vervolgt: “Zakenmensen vertrouwen op hun geld, maar als christen is het belangrijk om je afhankelijk van God te weten en op Hem te vertrouwen. Dat vertrouwen op God ontwikkel je vooral als je geen rooie cent hebt.”

Tweede bekering

In 1986 vroeg een vriend of Hans naar Haïti wilde komen, om hem te helpen een fabriek op te zetten. Ze wilden foto wissellijstjes gaan produceren om Haïtianen meer bestaansmogelijkheden te geven. Hans was niet happig; hij was al druk genoeg. Na aandringen, stemde hij toe om een kijkje te komen nemen. Bij aankomst op het vliegveld, was er net een coupe gepleegd op Baby Doc. De bevolking nam wraak op de gehate leden van de geheime politie. “Ik zag mensen elkaar met machetes te lijf gaan, hele slagpartijen waren gaande, lijken lagen langs de weg. Het was absurd.” herinnert Hans zich. “Ik hoorde toen een innerlijke stem ‘Waarom geef je deze mensen geen hoop?’ Die ervaring noem ik mijn tweede bekering.”

‘Waarom geef je deze mensen geen hoop?’

Sociale impact

Het bedrijf werd opgestart, en had mettertijd 450 man personeel. Hans: “We wilden sociaal impact hebben. We creëerden bijvoorbeeld een potje, zodat personeelsleden geld konden lenen om uniformen te kopen, want die uniformen hebben kinderen daar nodig om naar school te kunnen. We vonden het belangrijk dat kinderen naar school konden gaan. De ouders konden de lening over een periode van een jaar terugbetalen, en zo moedigden we eigen verantwoordelijkheid aan.”

Geestelijke impact

Ze wilden ook geestelijk impact hebben en huurden een lokale voorganger in die ochtendopeningen in het bedrijf verzorgde. Hans: “Die ochtendopeningen waren voor al het personeel, maar als mensen vervolgens deel wilden nemen aan Bijbelstudies en bidstonden, dan kon dat buiten de fabriek.” De plaatselijke voodoo priesteres vond het minder leuk. Haar invloed nam af. Hans vervolgt: “Ze brak de straat op, zodat we niet met de containers bij de fabriek konden komen en legde een kruis op de vloer van de fabriek. Dat betekent een vloek met vaak dodelijke gevolgen. De vrouw had een behoorlijke reputatie op het gebied van vervloeken. Alle personeelsleden bleven uit angst weg, maar wij hielden een bidstond bij het kruis en waren na een aantal dagen nog steeds niet dood. Met de priesteres ging het juist minder goed, met als gevolg dat de lokale mensen zeiden: ‘Jullie God is sterker!’”

BAM voorloper

Hans was een voorloper, hij noemde het zelf destijds Business with a Mission. En begon in 1994 Worldpartners, want mede door zijn wereldwijde netwerk zag Hans over de jaren meer kansen en mogelijkheden om bedrijven op te zetten met sociale en geestelijke impact. Juist ook in de meest moeilijke landen. Met Worldpartners wilde hij daarvoor ondersteuning structureren. Hij leek nog steeds een van de weinige ondernemers wereldwijd die hiermee bezig waren – ze hadden elkaar in elk geval nog niet gevonden. Eind 1999 gebeurde dat wel in de VS: een twintigtal missie-gedreven ondernemers vormden een groep, waarvan Hans en een Engelsman de enige Europeanen waren. Vijf jaar later werd het BAM-concept geïntroduceerd door Mats Tunehag en Jo Plummer op een Lausanne bijeenkomst in Thailand in 2004. “De business-track werd pas op het laatst door Lausanne toegevoegd,” herinnert Hans zich.

In dit boek kun je meer lezen!

World Partners

Inmiddels krijgt World Partners aanvragen vanuit de hele wereld en studenten van Erasmus, CHE of Wageningen helpen om een haalbaarheidstudie uit te voeren, waarbij gekeken wordt naar de zakelijke haalbaarheid, de sociale invloed en of en hoe zendingsdoelen gehaald kunnen worden. Dit kan verschillende vormen aannemen. In een Aziatisch land, waar door gebrek aan werkgelegenheid veel mannen in het buitenland moeten gaan werken, heeft Worldpartners meegewerkt aan het opzetten van een kleinvee bedrijf. Bij deze farm kunnen families een compleet pakket kopen wat in genoeg inkomen resulteert om rond te komen: enkele honderden stuks kleinvee, een bouwpakket, voeding en training, plus daarna begeleiding door distributeurs. Worldpartners bedrijven vind je voornamelijk in Azië, Afrika, Oostelijk Europa en de Kaukasus. Hans vertelt: “Ons management is altijd christen, het overige personeel zijn goede plaatselijke krachten met uiteenlopende geloofsovertuigingen. In dit bedrijf hebben we ook een twintigtal distributeurs werken, deze distributeurs zijn naast het werk bij ons ook plaatselijke (ondergrondse) voorgangers. Deze mensen kennen de taal en de gebruiken. Ze gaan regelmatig bij de klanten langs en bouwen een relatie op. Evangelisatie gebeurt op die manier als vanzelf, op een organische manier.”

‘Het is onze opdracht om over het evangelie te praten, en het ook te doen’

 

De BAM beweging: kansen en uitdagingen

Hans is bemoedigd om de groei te zien van de BAM beweging zoals bijvoorbeeld de sociale BAM-bedrijven in Nederland. De tijdgeest is nu ook anders dan toen Hans begon: “Iedereen praat nu over purpose en duurzaamheid. Dat biedt kansen.” Daarnaast ziet hij ook de uitdagingen, met name om binnen zendingsorganisaties daadwerkelijk business vruchtbaar te integreren. Tegelijkertijd hoor je daar ook zijn passie, en wil hij zich voor die integratie in blijven zetten: “Als christen is het mijn motivatie om een volgeling van Jezus te zijn. Jezus vertelde in de Bergrede wat het evangelie inhoudt en vervolgens ging hij de berg af, raakte mensen aan en genas hen. Zo is het ook onze opdracht om over het evangelie te praten, en het ook te doen. Business as Mission biedt daarvoor enorme kansen.”

Meer over World Partners >> https://worldpartners.org

Hier vind je het boek  Zakendoen met God

Blijf op de hoogte van Business as Mission Nederland en meld je aan voor de BAM-update.

Ondernemerschap en de Utrechtse Domkerk

Hoe kan Kerk & Ondernemerschap elkaar versterken? Dat onderzoeken we in een serie verkenningsbijeenkomsten, die BAM organiseert in samenwerking met HeartEdge Nederland. De eerste bijeenkomst was op 29 november in de imposante Domkerk in Utrecht, waar predikant Willem Roskam vertelt hoe zij hier ondernemerschap ontplooien – met en vanuit betrokkenheid van kerkelijke gemeente, vrijwilligers en de Utrechtse samenleving. Een verslag.

Na de kennismakingsronde vertelt Chaïm Zonnenberg in de inleiding over de DenkTank BAM/HeartEdge: “Vanuit Sam Wells’ gedachtegoed rondom de vier C’s van Community, Culture, Compassion en Commerce willen we middels een vijftal bijeenkomsten onderzoeken of en hoe we de verbinding tussen kerk en ondernemerschap kunnen versterken.” Het gedachtegoed blijkt meer weerklank te vinden in de Domkerk dan de aanwezigen in eerste instantie hadden vermoed, leren we korte tijd later.

Na de inleiding leidt onze gastheer Willem Roskam ons door de kerk en vertelt enthousiast over diverse ondernemende initiatieven, zoals de opstelling van de Nijntje-kerkstal ontworpen door de Utrechter Dick Bruna; een miniatuur daarvan wordt verkocht in de Domshop. Zo is ook het bouwpakket van de Domkerk een gewild product naast andere christelijke attributen en boeken.

 

In het Domcafé vertelt hij trots dat een bekende journalist in de krant schreef dat dit zijn geliefde lunchplek in Utrecht is. Het uitzicht op de architectuur geeft het geheel inderdaad een unieke sfeer.

        

De dertiger werd hier predikant net voor de uitbraak van corona en dit bracht herbezinning met zich mee. Iemand wees hem op het boek van Sam Wells, Een toekomst die groter is dan het verleden. “Het leek alsof Wells het boek voor ons had geschreven,” vertelt Willem. Hij besloot vanuit dit gedachtegoed bijeenkomsten te organiseren en met betrokkenen in en rondom de kerk ideeën uit te wisselen. Mensen vanuit de kerkenraad en kerkleden werden uitgenodigd, maar ook minder kerkelijk betrokken vrijwilligers. Willem organiseerde meerdere bijeenkomsten rondom de vier C’s van Community, Culture, Compassion en Commerce. Het vond weerklank, mede omdat vijftig jaar eerder door de kerkleiding van destijds nadrukkelijk was besloten om ‘de deuren van de kerk open te houden’ door bijvoorbeeld geen entreeprijs voor toegang tot het huis van God te vragen.

        

Dat het immense 13e eeuwse gebouw echter de nodige onderhoud en personeelskosten met zich meebrengt, spreekt vanzelf. Business in en vanuit de kerk kan echter gemeenschap en missie van de kerk versterken, betoogt Sam Wells. Dit werd min of meer al gedaan in de Domkerk middels café en winkel, en zijn ze verder aan het uitbouwen, horen we van Willem, die overigens naast theologie ook bestuurskunde studeerde.

Een en ander hebben ze hier in Utrecht uitgewerkt en vastgelegd in Hart van de stad Utrecht; Beleidskader Domkerk 2022-2026.

De vier C’s komen in dit beleidsstuk aan bod. In het laatste hoofdstuk de C van commercie, wat is vertaald in Ondernemersgeest. Hier lezen we dat de leiding van de Domkerk zonder enige schroom het ondernemerschap omarmt, want het hoofdstuk begint met: ‘De Middeleeuwse Domkerk was volop verweven met de zakelijke kanten van het bestaan. Steeds meer, en tot onze schade, zijn kerk en het ondernemende leven uit elkaar gegroeid. We laten belangrijke kansen liggen om te groeien, te investeren en de vreugde van het ondernemen te ervaren. God zelf leren we daarentegen kennen als een ondernemer, een risicodrager. Het is hem veel risico’s waard om de mensheid tot zijn koninkrijk te brengen. Kunnen ook wij in de Domkerk nog meer handelsgeest aan de dag leggen?’

Deze eerste verkenningsbijeenkomst rondom ‘Kerk en Ondernemerschap’ enthousiasmeert de aanwezigen. We zitten met een twaalftal mensen rond de tafel, waarvan o.a. vier ondernemers, drie (stadsbrede) diaconale werkers en iemand die betrokken is bij het landelijk beheer van kerkgebouwen. De bedrijfsmatige aspecten inspireren, en vooral hoe ze zich daarbij verbinden met de stad en het evangelie integreren. Het geheel ademt een frisse, visionaire geest van geloof en moed. Zoals ook terug te lezen valt in de inleiding van het beleidsstuk Hart van de stad Utrecht: “De verrijzenis van Christus uit de dood geeft ons moed en de vreugde om altijd op zoek te gaan naar een andere weg, en een andere verbeelding. (…) Wat we doen, is gericht op wat groter is dan wij zelf. Wij zijn deel van Gods plan voor de toekomst van mensen.”

Om het beleidsstuk ‘Hart van de stad Utrecht; Domkerk 2022-2026’ digitaal te ontvangen, mail ds. Willem Roskam

De volgende DenkTank BAM/HeartEdge bijeenkomst is in februari 2023 in Den Haag. Voor info over deze verkenningsbijeenkomsten Kerk & Ondernemerschap, mail Chaïm Zonnenberg 

Samen met HeartEdgeNL zijn we als BAM Nederland een DenkTank gestart. Middels een aantal kleinschalige bijeenkomsten gaan we verkennen hoe kerk en ondernemerschap elkaar kunnen versterken. HeartEdge is ontstaan vanuit het gedachtegoed van Sam Wells (vicar van St. Martin-in-the-Fields in Londen) rondom de 4C’s, namelijk de integratie van Community, Compassion, Culture & Commerce – een gedachtegoed waar ook BAM zich in kan vinden.

Blijf op de hoogte van Business as Mission Nederland en meld je aan voor de BAM-update.

Het belang van coaching

 ‘De betrokkenheid van een ervaren ondernemer is enorm bemoedigend!’ 

Elke zes weken hebben ze een paar uur contact, vertelt Daniel (Daan) de Groot over zijn coaching-relatie. De relatie is wat hem betreft cruciaal geweest in zijn ontwikkeling: van zendeling/hulpverlener in Roemenië naar strompelend sociaal ondernemer en vervolgens naar volwaardig ondernemerschap. Zijn coach is Onno Weststrate, die ervaring heeft met een internationaal BAM-bedrijf (Turbocam) in o.a. Roemenië. De relatie begon toen ze elkaar in 2014 tegenkwamen en Onno hoorde dat de Roma-jongeren, straatjongeren en daklozen die het inloophuis van Coming Home bezochten niets te doen hadden.

Onno Weststrate

Daan de Groot

Onno ging investeren in de relatie met Daan en ze gingen nadenken over het opzetten van bedrijfsactiviteiten. Daan: “Het is iemand die scherpe vragen stelt en waaraan ik verantwoording afleg. Zonder dat ik daar ooit om heb hoeven vragen, heeft hij ook financieel geïnvesteerd; het voelt dan ook alsof we het samen doen in een gedeelde BAM-visie: Gods liefde delen en perspectief bieden in deze regio.” Intussen heeft Daan timmerwerkplaats Recycl’Art waar zes medewerkers ‘met een verhaal’ meubels maken, en de inrichting verzorgen van hotels en vakantiehuizen.

 

Ups en downs van Daniel’s journey van traditionele hulpverlening

naar een BAM-bedrijf

 

Reclycl’Art

Het pad daarnaartoe ging niet over rozen. Met ondersteuning van Onno werd in 2014 in eerste instantie een nabijgelegen kippenschuur en bijbehorende woning gekocht waar ze een soort sociale werkplaats opzetten, zodat de jongeren die bij hen in het inloophuis kwamen werkervaring konden opdoen. Een mooi plan, maar het was geen onverdeeld succes. Daan: “We hadden maar één begeleider op een groep van vijf tot zes jongeren. We gaven de jongeren wekelijks een kleine vergoeding, maar dat werd vergokt of er werd drank van gekocht en dan kwamen ze de volgende dag niet opdagen. We zagen dat ze meer begeleiding en structuur nodig hadden; een grotere groep beter functionerende mensen waar ze bij aan konden sluiten.”

Vanaf zijn zeventiende komt Daan (37) al in Targu Mures, Roemenië. Hij ging voor het eerst mee met een groep jeugd vanuit zijn kerk in Krimpen aan de IJssel. De daaropvolgende jaren gingen teams vanuit zijn kerk soms wel twee keer per jaar. Op een van die reizen kwam hij zijn toekomstige vrouw Debora tegen en toen het stel trouwplannen kreeg en over hun gezamenlijke toekomst na ging denken, vonden beiden wonen en werken in Roemenië een serieuze optie. Na overleg en advies met familie en vrienden, maakten ze die stap in 2008. Het doel was om daar van betekenis te zijn voor de allerarmsten, zoals Roma-straatkinderen. Met verschillenden kinderen hadden ze over de jaren een relatie opgebouwd en het idee was om een inloophuis op te zetten waar ze terecht konden. Na een langzame start, zetten ze de Roemeense organisatie Coming Home op en kon het inloophuis realiteit worden.

 

Debora heeft intussen de leiding over het inloophuis, waar stafleden naast sociaal werk vooral educatie ondersteuning bieden, zoals huiswerkbegeleiding voor kinderen uit achterstandswijken. Daan richt zich vooral op het ontwikkelen van BAM-bedrijven, zoals de laatste onderneming: The Boost Company waar ze websites bouwen voor de Roemeense, Nederlandse en Engelstalige markt.

BAM Roemenië

Bij Recycl’Art heeft Daan een Roemeense businesspartner gevonden met hart en visie voor de doelgroep. Dit geeft hem ook ruimte om betrokken te zijn bij het ontwikkelen van BAM Roemenië. Vanuit het platform in oprichting BAM Connect willen ze beginnende BAM-ondernemers coachen en connecten met investeerders. Daan coacht intussen zijn Roemeense business partner bij Recycl’Art en wil dat meer gaan doen via het groeiende BAM-netwerk. Zelf heeft hij de kracht van betrokken coaching ondervonden, en geeft het op zijn beurt graag door.

Daan de Groot connect graag met andere BAM’ers en geïnteresseerden via zijn profiel op Linkedin >> 

 

Ontvang je de BAM-updates? Hier kun je je daarvoor aanmelden >>

 

 

Ondernemen vanuit vrijheid

Loslaten
‘Controle loslaten’, was een belangrijke keuze in de levens van Wouter en Marius Timmer, eigenaren van Officious. Een bedrijf in kantoor benodigheden (audiovisual, interior & supplies) in Papendrecht. Zij legden het bedrijf bewust in de handen van God. “Alles is natuurlijk al van Hem, maar het was goed om dat uit te spreken,” vertelt Wouter (links op foto). “Samen met onze ouders heb ik dat in gebed mogen doen. Mede omdat ze aandeelhouders zijn, was het mooi dat zij achter die stap stonden. Sinds we dat gedaan hebben, is ook de relatie met vader verdiept. Onze gesprekken werden opener.”

Het was 2017, en de familie had met het bedrijf een aantal zware jaren doorgemaakt. Het waren dan ook doorleefde woorden. “Ik meende het,” benadrukt Wouter, “Ook al zou dat betekenen dat we het bedrijfsmatig niet zouden redden en dat ik doucheputjes schoon zou moeten gaan maken,” en voegt eraan toe: “Het was bevrijdend!” De angel van angst leek aan kracht te verliezen, zodat vertrouwen kon wortelen. “Voorheen legde ik de druk en verantwoordelijkheid vooral bij mezelf, maar na die stap ging ik leren vertrouwen. Ik kon me meer aan Gods plan overgeven en als ondernemer leven vanuit vrijheid.”

Zijn jongere broer Marius volgde het in eerste instantie van een afstandje. Hij vond het een mooi gebaar en stond er ook wel achter, maar de innerlijke overtuiging kwam twee jaar later op een bijeenkomst van christelijke zakenlieden (CBMC). “Ik geloofde, maar kwam toen in aanraking met een kant van God die ik nog niet had leren kennen,” vertelt Marius. “Ik voelde tijdens die bijeenkomst letterlijk warmte en liefde door me heen gaan en wist me een geliefde zoon van God. Daarna kon ik ook zelf gaan belijden dat het bedrijf van Hem is.”

Re-branding
‘Hoe kun je God in je bedrijf aan het roer laten?’ werd de zoektocht. “Het BAM Congres was een inspiratie; het gaf ons woorden,” vertellen de broers, “zoals aandacht voor mens, natuur, sociaal en financieel.” Ze gingen duurzame keuzes maken en raakten als bedrijf meer betrokken bij sociale initiatieven. Ze gingen re-branden met de ‘C’ centraal in Officious (Christus centraal), wat zich o.a. vertaalt in liefde voor de zestien medewerkers met als leidraad: Know them, love them, grow them. Onder de personeelsleden is een teamgevoel en betrokkenheid gegroeid, mede vanwege het loslaten van een hiërarchische leidingstijl.

Creating valuable workspaces willen ze doorgeven middels hun diensten. Marius: “Door aandacht voor de thema’s:health, activity based working en identity willen we werkplekken creëren waar mensen mogen uitblinken. We want to make people thrive, binnen ons eigen bedrijf en bij onze klanten.” Het bedrijf staat er gezonder voor dan een aantal jaren geleden. Zo zijn betrouwbare partners op hun weg gekomen waarmee ze succesvolle samenwerkingen zijn aangegaan. Het pand, een voormalige school, is flink verbouwd. In de sfeervolle omgeving met een kwaliteitskoffie op tafel, is het goed vertoeven. Tijdens het gesprek sprankelen de ogen van de broers en hun houding communiceert vrijheid en vertrouwen. Dat alles trekt aan, vast ook klanten. De broers ervaren de voorspoed, ook tijdens corona, als bovennatuurlijke voorziening. Voor de outsider is de aantrekkingskracht verklaarbaar, en toch ook weer wonderlijk.

Aanmelden voor de BAM-updates >>

Plant-based proteine & missie in India

Henk Schouten (Schoutenfood) kreeg BAM-principes ingegoten met de paplepel. De bedrijfscultuur is voor hem de basis:

“Liefde is het belangrijkste, maar ook het moeilijkste” 

 

De Here God en daar vanuit liefde en aandacht voor medewerkers staat al generaties lang centraal binnen de bedrijven van de Schoutens. Anticiperend op tijd en context verandert de uitwerking daarvan, evenals product en missie. Opa Schouten was zoon van een bakker en ging diervoeder produceren, vader ging daarmee door en Henk begon dertig jaar geleden met het ontwikkelen van vleesvervangers (plant-based proteïne). In de patriarchale tijdgeest van opa werden mensen in moeilijke omstandigheden in dienst genomen en konden vervolgens rekenen op ‘opvoeding’ op het werk, maar kregen ook persoonlijke brieven op hoogtijdagen. De aandacht voor medewerkers ziet er nu anders uit, maar ook voor Henk is een bedrijfscultuur waar liefde een aandacht is voor elkaar, een basis ingrediënt van BAM. Vanuit Schoutenfood in Giessen ziet Henk uitbreidingsmogelijkheden in India. Ook op het terrein van missie.

Tempeh today in India
India is een vegetarisch land, waar armoede heerst en waar plant-based proteïne het dieet zou verrijken. Hier kunnen product en missie – op een manier passend binnen die context – naadloos integreren middels voedzaam eten, werkverschaffing en het delen van Gods liefde. De eerste stappen daartoe zijn gezet. Het basis idee van Schoutenfood is om naast fabrieken, in wijken of afgelegen gebieden in India containers te plaatsen. In die containers kan het fermentatieproces plaatsvinden voor het ontwikkelen van plant-based proteïne (Tempeh today). Dat voorziet in zowel inkomen alsook voedzaam eten voor een gemeenschap. Intussen is ook een micro aanpak bedacht.

In de huidige fabriek in Bangalore hebben christenen de leiding, delen het evangelie tijdens dagopeningen en hebben aandacht voor noden van werknemers en hun families. Henk is zelf vaak in India en zoekt ook voor andere missiegerichte bedrijfsactiviteiten in India proactief samenwerking met christenen, en ervaart daarbij leiding. “Het is mijn overtuiging dat het de bedoeling is dat we daar zijn, maar plannen en afspraken maken gaat in die cultuur heel anders. Om daar te werken, moet ik leren om los te laten.” Henk verbaast zich over de vele onverwachtse en bijzondere ontmoetingen: “Ik rol van het een in het ander.”

 

 

‘Ik rol van het een in het ander…’

Zo maakte hij een wandeling in de wijk rondom de vestiging en liep een koffietentje binnen en kwam daar aan de praat met de medewerkster, deze bleek christen te zijn. “Ik vertelde over ons bedrijf en dat ik personeel zocht. De volgende dag kwam Pinto langs, een zwager van de medewerkster van het koffietentje. Pinto werkt nu bij ons.” Henk vertelt verder: “Onlangs sprak ik met Peter uit Bangalore die voor ons video’s maakt, hij is christen en zei mij dat ik met Anita moest kennismaken, want zij vangt prostituees op en wil hen verder helpen. Ik heb kort daarna met haar en de vrouwen die ze opvangt kennisgemaakt; meisjes van zestien met een baby’s van anderhalf jaar. Het breekt je hart.” Dit contact bleek een goede fit voor de micro-aanpak: middels microkrediet kunnen deze vrouwen Tempeh produceren middels een door Schoutenfood ontwikkeld Micro Fermentation Unit.

Henk ontdekte eveneens dat op korte afstand van de eerste vestiging in Bangalore een kerk staat waar hij zich thuis voelt. In een land waar 2% van de bevolking christen is, voelt dat als ‘het vinden van een speld in een hooiberg’. Vanuit deze kerk zijn ook diverse contacten gelegd met christelijke hulpverleningsorganisaties. Naast de bijzondere dingen die gebeuren, zijn er genoeg uitdagingen. Zo zal de aansluiting met de markt een moeilijke zijn, want het gebruiken van plant-based proteïne is in India’s consumptiepatroon een onbekend ingrediënt. Henk weet uit ervaring dat het lang heel lang duurt voordat eetgewoonten veranderen. Dertig jaar geleden zag hij al de potentie en noodzaak voor veranderingen in de vleesconsumptie in het wereldwijde dieet-patroon. “In Nederland, die best voorop loopt op dit gebied is de consumptie nog slechts 4% van de vleesconsumptie.

Giessen

De 250 medewerkers in Giessen, waar het bedrijf gevestigd in en rondom het ouderlijk huis van de grootouders, zijn ook enthousiast over de initiatieven in India. “We moeten er nog meer over communiceren,” erkent Henk. De medewerkers zijn al betrokken bij diverse bijdragen vanuit het bedrijf aan de maatschappij. Zo wordt iedere medewerker aangeboden om op kosten van het bedrijf een kind via Compassion te ondersteunen. “Het is niet verplicht, maar iedereen doet het,” vertelt Henk en vervolgt: “We hebben dagen in het jaar waarop de medewerkers op het bedrijf in werktijd een brief schrijven aan het kind, want anders komt dat er niet van. Via een fonds opgericht vanuit het bedrijf worden ook andere initiatieven ondersteunt zoals hulp bij de opstart van koffiehuis “De Buurvrouw” in Wijk en Aalburg. De medewerkers vinden het fijn te weten dat hun werk hier bijdraagt aan dit soort zaken.”

“In India doen we dagopeningen op het bedrijf, maar hier in Nederland zijn we daar voorzichtig mee,” vervolgt Henk. “We hebben dat wel overwogen, maar ruim de helft is niet gelovig, en je hebt dan kans dat ze wel komen vanuit een gevoel van ‘moeten’ terwijl het hen niets zegt. Bovendien willen we geen afstand creëren tussen christelijke en andersgelovige medewerkers. We proberen er wijs mee om te gaan, de situatie is hier anders dan in India. Liefde en aandacht is het belangrijkste, maar ook het moeilijkst. We zijn er nog lang niet! Je wordt zo gauw in beslag genomen door de dagelijkse beslommeringen.” In India krijgt de aandacht voor medewerkers vorm doordat Henk bijvoorbeeld meewerkt in het bedrijf. “In die hiërarchische cultuur, proberen we dienstbaar leiderschap voor te leven. Ze vinden het daar heel bijzonder dat ik samen met hen schoonmaak en met hen bezig ben op de werkvloer.”

‘Ga jij eerst maar eens je studie afmaken!’

Henk praat met warmte over zijn voorouders en het bedrijf in Giessen. Maar als hij vertelt over zijn ervaringen in India, komt er een extra twinkeling in zijn ogen. Die ervaringen maken vast een avontuurlijke kant wakker, en om op een heel andere manier in een andere context God te zien werken, maar het heeft wellicht ook met een verlangen van lang geleden te maken. Want als kersverse student had hij op een avond een bijzondere ervaring met God, waarop hij zich in gebed volledig ten dienste van God stelde. Vervolgens vertelde hij zijn vader dat hij zendeling wilde worden, maar diens nuchtere antwoord was: ‘Daar komt niets van in. Ga jij eerst maar eens je studie afmaken!’ Henk zegt nadenkend: “Soms vraag ik me weleens af of wat ik nu meemaak een verhoring is van mijn gebed van destijds.”

www.tempeh.today

www.schoutenfood.com

 

Ontvang je de BAM-updates? Hier kun je je daarvoor aanmelden >>

 

Deelcafé De Buurman; een ‘soft’ franchise concept

Doelstelling van Deelcafé De Buurman is om een plek te bieden voor ontmoeting met nieuwkomers en dorpsgenoten in Hardinxveld-Giessendam die om een praatje verlegen zitten. Inmiddels zijn er zes deelcafés in het land. “We noemen het een ‘soft’ franchise, omdat we ruimte geven aan anderen om het in te vullen binnen hun context,” vertelt intiatiefnemer Dick de Krijger.

Delen

Bij een goede latte vertelt hij hoe en waarom hij deze eerste ‘Buurman’ zes jaar geleden in zijn woonplaats oprichtte. Dick wilde in eerste instantie middels een koffieplek geld inzamelen voor Afrika, waar hij geweest was en van Afrikanen belangeloos delen had geleerd. Dorpsgenoten, die niet in Afrika waren geweest, deelden zijn passie niet. Maar enkele jaren later sloeg het deelcafé-concept wel aan toen een groep migranten naar het dorp kwam. Met de doelstelling ‘samen bouwen aan een betrokken lokale gemeenschap’ kreeg hij de handen wel op elkaar. Het concept draait volledig op de tachtig vrijwilligers, die aandacht geven aan de tachtig tot honderd bezoekers per dag. “We willen een plek creëren waar rust en aandacht centraal staan, en dorpsgenoten tijd, talenten en ideeën met elkaar delen.” Vervolgens werd ook zijn andere verlangen bewaarheid: honderd procent van de winst gaat naar mensen in nood ‘ver weg’. Zelf leeft de ondernemende dertiger van de inkomsten uit zijn groei- en strategiebedrijf Voorwaarts.

 

 

 

 

 

 

Hoe kan business en missie integreren; in NL en daarbuiten? Lees erover in de BAM-updates>>

Lavender Lifestyle; transforming homes & transforming lives

‘God voorziet in mensen met kennis en kunde’

Perspectief bieden en mensen eigenwaarde geven; dat is de visie op hulpverlening van Dyon & Nasra Vosmer. Ze herkenden dit in een artikel over Business as Mission, en dachten gelijk ‘dit is wat wij ook willen’! Het stel was in loondienst, maar besloot zekerheden op te geven en het avontuur aan te gaan: ze emigreerden in 2019 naar Zuid-Afrika en begonnen daar Lavender Lifestyle. Vanuit dit bedrijf kopen ze huizen, renoveren deze huizen om ze vervolgens met winst te verkopen. Vanuit de winst willen ze volkstuinen opzetten in Zuid-Afrikaanse townships.

Het eerste huis-renovatie-project is succesvol afgerond en ze maken stappen richting een volkstuin. Vanuit Zuid-Afrika vertellen Dyon en Nasra via Zoom hoeveel ze moesten leren, maar hoe God telkens weer voorziet in mensen met kennis en kunde.

Stadstuin

“We hebben zojuist contact gekregen met een tuinder die op vrijwillige basis wil helpen met het opzetten van een Community Garden in township Lavender Hill, bij Kaapstad,” vertelt Dyon enthousiast. Na twee jaar te midden van een epidemie, tegenslag en zware lockdowns, hebben ze wat middelen vanuit de verkoop van het gerenoveerde huis om stappen te maken richting het realiseren van een volkstuin in het township Lavender Hill. Het stel woont vlakbij dit township met ruim dertig duizend inwoners en heeft de focus van Dyon en Nasra. Ook de naam van hun bedrijf Lavender Lifestyle verwijst naar dit arme stadsdeel aan de rand van Kaapstad. Naast het op een duurzame manier beschikbaar maken van gezonde groenten in deze volkstuin willen ze bijdragen aan zelfredzaamheid, denk aan training over het kweken van groente en fruit in de eigen achtertuin, gezond koken met een klein budget en ook ondersteuning bieden bij het opzetten van kleine bedrijfjes middels micro-financiering.

Kingdom Builders

De volkstuin zal onder een stichting vallen, maar ook middels hun huizen-renovatie-business verschaffen ze training en werk aan minder-bedeelden. Dat was hun verlangen vanaf het begin, maar hoe pak je dat aan? Opnieuw zagen ze voorziening, dit keer in een organisatie met kennis en kunde. Ze kwamen in Zuid-Afrika in contact met Kingdom Builders (een tak van Sozo foundation), en werken nu samen met christelijke timmer- en bouwlieden die jongeren trainen en coachen tijdens het werk. “Zij hebben een soortgelijke BAM-visie,” vertelt Dyon. “Ik vind het mooi dat wij hen werk kunnen bieden; ik word er blij van als ik deze jongens ’s morgens bij ons binnen zie komen.”

 

Before

‘Kingdom Builders’ aan de slag

After

 

 

 

 

 

Financieel

De Vosmers waren nog maar enkele maanden in Zuid-Afrika toen de epidemie begon en ze heel wat weken aan huis gekluisterd waren vanwege de lockdowns. “Het was heel pittig, we waren net begonnen en financieel was het natuurlijk ook een uitdaging. Alles lag stil tijdens de lockdowns.” Ze kregen van hun investeerder toestemming om vertraagd af te lossen, en ze vertellen hoe de verkoop van het gerenoveerde huis bijzonder verliep. Dat realiseerden ze zich des te meer toen ze korte tijd later een soortgelijk huis in de wijk zagen die minder goed verkocht werd.  “De huizenmarkt is hier anders dan in Nederland,” vertelt Dyon. “Hier is het nu juist een goede tijd om goedkoop in te kopen. We zoeken dan ook meer investeerders. Ook omdat we inmiddels bezig zijn met het opknappen van een tweede huis. Dit is een klein renovatieproject van zes tot acht weken, waarna het meteen op de markt gaat. Het zou mooi zijn als we een huis erbij kunnen kopen, zodat we daar ook mee kunnen beginnen en het momentum waar we inzitten voort kunnen zetten.”

Voorziening

“De lockdowns gaven ons de gelegenheid om ons businessmodel verder te doordenken,” vult Nasra aan. “We besloten om meer diensten op gebied van renovatie en styling aan te gaan bieden.” Voor het kersverse business-stel was de afgelopen periode één groot leerproces. Nasra is geboren Zuid-Afrikaanse en kwam als jong-volwassene naar Nederland en is dus bekend met de Zuid-Afrikaanse cultuur, maar met een achtergrond als medisch laborante en kwaliteitsadviseur, zijn de ondernemers-activiteiten geheel nieuw. Zo ook voor Dyon, die een baan had in de beveiliging. Maar ze hielden vast aan een droom, ondanks weinig tot geen ervaring in ondernemerschap, renovatie en volkstuinen. Ze lijken wel over talent te beschikken, en zijn bovendien leergierig, geloven in het belang van samenwerking en nemen initiatief. Zo namen ze na het lezen van het BAM-artikel contact op met het BAM-netwerk en vonden ondersteuning bij de opstart, zoals coaching bij hun businessplan en hulp bij het vinden van een investeerder via MissionInvest. “God voorziet,” is de ervaring van Dyon en Nasra, “Hij brengt mensen met know-how op onze weg.”

 

Meer info over het bedrijf Lavender Lifestyle

In het artikel op de site van MissionInvest kun je meer lezen hoe de financiering tot stand kwam.

 

Achtergronden Township Lavender Hill

 

Op het web waren deze twee veelzeggende – en geheel verschillende – perspectieven te vinden over township Lavender Hill: 

‘De hotspot voor moordenaars en gangsters’ is de conclusie van Matthew Brown wanneer hij met politiemensen Lavender Hill intrekt. Hij schrijft: “Het eerste wat me opvalt in Lavender Hill is dat de politie in kleine konvooien rijdt en dat iedereen zijn Glock bij de hand houdt. Het tweede wat me opvalt is hoe de buitenwijk er uitziet: een soort kamp gemaakt van tinnen platen en hout, met een open riool. Huizen en hutten zijn zo gebouwd dat er net een auto kan rijden over de blubber die zij een weg noemen. Jammer genoeg is diezelfde weg gevuld met onherkenbare delen van auto’s en lopen er kinderen, honden en gangsters rond. Mijn broer is een reservist bij de SAPS en heeft in elke buitenwijk van Kaapstad gewerkt. Hij is ook in Rwanda geweest, vlak na de genocide. Hij noemde Lavender Hill de ergste plek op aarde.”

Bron > https://www.vice.com/nl/article/xd5qv7/cruising-through-cape-towns-townships-with-the-citys-specialised-drug-unit

 

Hoe meer je geeft hoe rijker je wordt’, schrijft Jade Hoornaert. Tijdens haar verblijf in Kaapstad, bezoekt ze ook Lavender Hill:

“Zomaar mensen op straat geld of eten geven, is niet dé meest doeltreffende manier om te helpen. Maar weglopen van de ellende is nog minder een oplossing. Want het is niet omdat je het niet meer ziet dat het er niet meer is. Ik ben dus op zoek gegaan naar een manier om mijn bijdrage te leveren om van Kaapstad een mooiere plek te maken. En naar een manier om hier te kunnen leven en af en toe een koffie te gaan drinken zonder me daar schuldig over te voelen. Ik ben de townships ingetrokken, en ik was bijlange niet de eerste. Zo veel prachtige mensen ontmoet die prachtige projecten runnen. Zowel lokale mensen als internationale vrijwilligers en stuk voor stuk het levende bewijs dat hoe meer je geeft hoe rijker je wordt.”

Bron: https://www.mo.be/wereldblog/townships-en-palmbomen

 

 

Gesprek met Erwin over Stadsklooster Dordrecht

‘In het Stadsklooster kom je thuis’ 

Door Gea Gort

“Het thema ‘thuiskomen’ gaan we in alles doorvoeren,” vertelt Erwin Wietses, initiatiefnemer van het onlangs aangekochte pand in hartje Dordrecht. Het thema zal op een creatieve manier handen en voeten krijgen in het restaurant, B&B en hostel, alsook in de gebedskapel: “Daarbij is onze hoop dat mensen ook thuis gaan komen bij God, de Vader.” Erwin vertelt hoe het project tot stand kwam, en over zijn ervaringen met het zakelijke runnen van een ministry.

Want Erwin kan zich intussen BAM-ervaringsdeskundige noemen: vanuit zijn verlangen om Dordtse jeugd met God in aanraking te brengen, ontstonden business ideeën en initiatieven. Vervolgens raakte hij nauw betrokken bij de BAM-beweging als initiator van het BAM Congres en bestuurslid van Business as Mission Nederland. 

Erwin, het is duidelijk dat je gelooft in het integreren van business en missie. Toch maak je ook een kanttekening, want het is jouw ervaring dat het lastig is om als ondernemend persoon verantwoordelijk te zijn voor zowel de business- en de ministry-kant. Wil je dat eens toelichten?

“Toen ik Bonfire in de Bonifatiuskerk runde en beide taken niet duidelijk gescheiden waren, vroegen mensen zich bijvoorbeeld af waarom ik niet op de worship avond was. Dat kan ik begrijpen, en als ministry-leider wilde ik mensen persoonlijke aandacht kunnen geven, maar ik wilde ook aan een zakelijke netwerkbijeenkomst deelnemen om business binnen te halen. Dat ging wringen, en daarom besloten we dat een teamgenoot verantwoordelijk zou worden voor de ministry en de community. Dat gaf mij ruimte om me te richten op het ontwikkelen van de business, zodat we genoeg betaalde events in de kerk konden organiseren om financieel gezond te worden. Ik vond dat leuk om te doen, en de verantwoordelijkheden waren ook duidelijk voor het team en de deelnemers.”

Ga je de taken ook op die manier verdelen in het Stadsklooster?

“Ja, we hebben al iemand op parttime basis ingehuurd voor het helpen opzetten en runnen van het hostel, de B&B en het restaurant. Deze persoon heeft ervaring als verandermanager in de horeca en exploiteert bijzondere B&B plekken. Ik ken hem vanuit Jeugd met een Opdracht (Alblasserwaard) waarbij hij nog steeds betrokken is. In het Stadsklooster gaan we de verantwoordelijkheden duidelijk verdelen en zijn nog met mensen in gesprek voor het overzien van de ministry. Daarbij willen we een aantal mensen gaan betalen, zodat we meer stabiliteit en professionaliteit kunnen bieden.  Maar voor projecten zoals deze zullen we ook altijd vrijwillige krachten nodig hebben; denk alleen al aan het gebedswerk in de kapel.” Dan vervolgt hij met een lach: “Ik zou me tenminste niet voor het bidden willen laten betalen!”

Kun je iets meer vertellen over het Stadsklooster, en jouw rol daarin?

“Het project valt onder Bonfire Dordrecht. Met Bonfire-betrokkenen heb ik het concept ontwikkeld in nauwe samenspraak met de investeerder, projectontwikkelaar en architecten. We willen een soort modern Stadsklooster ontwikkelen, en we zullen het gaan huren van een betrokken investeerder. We hebben een en ander doorgerekend en een redelijke huur afgesproken. Het ontwikkelen van een concept als deze en het begeleiden daarvan is super leuk en ik hoop dat in de toekomst meer te gaan doen. Hier in het klooster zal ik straks de grote lijnen blijven overzien.”

Dit is een flink project. Hoe start je zoiets? Kun je iets over je achtergrond vertellen?  

“In het begin van mijn huwelijk heb ik jarenlang bij De Hoop gewerkt. Daar had ik allerlei geloofservaringen, maar mijn echtgenote werkte in een andere branche en had dat niet in haar dagelijks werk. We merkten dat we daardoor uit elkaar groeiden en besloten om er een periode tussenuit te gaan om aan het fundament van ons huwelijk en gezin te werken. Het werd een Discipelschap Training School (DTS) bij Jeugd met een Opdracht. In die periode van vijf maanden groeide bij mij het verlangen om met jeugd aan de slag te gaan. Dus toen we terugkwamen in Dordrecht begon ik met andere jeugdleiders jongerenbijeenkomsten. Een stadsbrede beweging van jongeren en gebed groeide, we richtten Bonfire op, en kregen het plan om een ruimte te huren. Zodoende kwamen we bij de Bonifatiuskerk, maar toen moest er ineens wel vijfduizend euro per maand op tafel komen voor de huur. Dat was een geloofsstap en een uitdaging, maar maakte ook de businesskant van mij wakker.”

Ja, zo groeit zoiets. Maar waarom stoppen met huren en een groot pand aankopen?

“Projectontwikkelaars hebben de kerk gekocht en wij moesten eruit. Wij wilden de kerk ook kopen, maar kregen daar de kans niet voor. Dat was januari 2020, kort na het BAM Congres van november 2019. We kwamen toen als Bonfire in een sluis-periode.”

‘Sluis-periode’? Leg eens uit.

We hadden in gebed het beeld van een sluis gekregen. Dit vond weerklank bij ons als groep. De sluis kwam vol water, en bracht ons naar een ander niveau. We zouden anders de sluis uitkomen, dan hoe we erin waren gegaan. We wisten dus dat de ministry er anders uit zou gaan zien. Intussen groeide het verlangen om zichtbaar aanwezig te zijn in de stad, we keken rond naar gebouwen in Dordrecht en intussen groeide ook de relatie met de projectontwikkelaar en investeerder.”

Wanneer ga je open, en kun je nog hulp gebruiken?

“We hopen voorjaar 2022 de deuren te openen. En jazeker, we kunnen hulp gebruiken bij de sloopwerkzaamheden. De verbouwing en inrichting van restaurant, B&B en hostel wordt gedaan door de investeerder, maar de inrichting van de gebedskapel en de kantoorruimtes is onze verantwoording en daar kunnen we ook hulp bij gebruiken.”

Er gaat dus nog flink verbouwd worden. Kun je iets vertellen over de plannen?

“Het concept voor het hostel wordt anders dan de gebruikelijke stapelbedden, want elk bed zal een eigen bureau en stoel krijgen. We zijn dat aan het ontwikkelen in samenwerking met het Bunk-hotel en TU Delft. Dat wordt uniek in Nederland. Vanaf de straat krijg je een uitnodigend zicht op de binnenplaats en in de gebouwen aan de achterkant van de binnenplaats komen kantoren en ruimtes voor o.a. muziek en video. We hebben vergunning voor een groot terras op de openbare ruimte voor het gebouw en in het restaurant komen grote tafels waar de pannen, zoals thuis, op tafel staan en je bij elkaar aanschuift om onderling contact te stimuleren.”

Meer weten? Kijk op www.bonfiredordrecht.nl

 

Een glimp van een groter plaatje…

Soms krijg je zomaar een glimp van een groter plaatje. Verleden week gebeurde dat bij mij. Ik (Gea) had verschillende ontmoetingen gepland en aan het eind van de week zat ik aan de koffie bij BAM-teamgenoot Balt Leenman. Het is altijd hartverwarmend om met Balt bij te praten; nieuwe ideeën komen als vanzelf. We blikten ook terug. Net voor de epidemie-uitbraak hadden we in een sfeervol Rotterdams koffietentje een soortgelijk overleg gehad. Door Covid-19 leken die plannen grotendeels in het water te zijn gevallen, totdat ik het overzichtje zag wat Balt destijds even snel had geschetst.

 

Ik kreeg het warm, want in een flits kwamen de ontmoetingen van die week voorbij:

Bij Interserve (BAM & zending), zag ik het jonge echtpaar uit Utrecht, die in Oeganda een garage wil beginnen in combinatie met zendingswerk.

Bij CBMC (zakenmensen) dacht ik aan het bedachtzame en sympathieke gezicht van een succesvolle Rotterdamse ondernemer. Met hem maakte ik kennis n.a.v. zijn bestelling van een BAM-boek. Terloops vertelde hij tijdens het gesprek: “Ik was christen en best goed bezig, maar twee jaar geleden kwam ik uit de kerk en kreeg de ingeving om alles aan God te geven. Die beslissing zette een enorme verandering in gang.” Nu heeft hij samen met een andere christen een bedrijf opgezet en zien ze wonderbaarlijke dingen gebeuren.

Bij Transformational SME investors dacht ik aan ons laatste Zoom event. In het nagesprek vertelde een deelnemer dat hij contact had gelegd met een aan BAM-gelieerd investeringsnetwerk, om te investeren in bedrijven in Noord-Afrika, Midden-Oosten en Azië.

Bij Banen voor kansarmen, dacht ik aan het gesprek in het mooie huis van een bevriende ondernemer in de Hoekse Waard. Mede geïnspireerd door Bob en Gisela Houter van Sixty Fruits, wil hij betrokken zijn bij kansarmen, juist ook op de werkvloer. Zijn ondernemerstalent wil voor dit doel inzetten.

Dan komen we bij Urban Mission. Wat was ik bemoedigd door de initiatiefnemer van een breed gedragen gebedsinitiatief in een grote stad. Vanuit de hub die ze gaan creëren, is hier ondermeer visie voor het opstarten van ‘Koninkrijk-bedrijfjes’. Hoe dit zal gaan, weet hij nog niet, maar gaat het in elk geval ondersteunen met gebed.

 

‘Een klein plantje dat door het asfalt breekt’

Door corona hebben wij amper sturing kunnen geven aan Balt zijn schema. Maar God lijkt te sturen; spreekt tot harten, bemoedigt en leidt. Afsluitend aan ons overleg, baden Balt en ik samen. “Als een klein, groen plantje dat door het asfalt heen breekt,” hoorde ik hem bidden. Dat beeld bleef hangen; het gaf me een glimp van het grotere plaatje. In onze huidige marktgerichte maatschappij lijkt BAM een klein, onbetekenend plantje in het grote geheel. En lijkt jouw bedrijf of initiatief misschien op zo’n nietig plantje. Hoe kan die nou ooit door het asfalt heen groeien? Onmogelijk! Maar het beeld bleef, sterker, door de groei van het plantje begon het asfalt in mijn geestesoog te scheuren en te breken. De ‘zachte’ krachten die vrijkomen vanuit Gods hart kunnen als geen ander huidige (denk)patronen doorbreken. Laten we die kracht niet onderschatten!

Wat ik van mijn vader leerde over de betekenis van ‘welvaart’

Mijn vader had de gave om welvaart te creëren: overal zag hij mogelijkheden. Qua financieel inkomen, maar ook op sociaal terrein creëerde hij samen met mijn moeder welvaart. Mede door hun royale en hartelijke gastvrijheid. Dit werd uitvergroot toen zij later een jachthaven kochten: van heinde en ver kwamen mensen naar deze jachthaven in het waterrijke Friesland, waar voor elke portemonnee tweedehands boten te koop lagen en waar in een sfeervol restaurantje op de haven nagepraat werd. Ondertussen maakten mijn ouders gekheid met de medewerkers; het personeel was min of meer deel van de familie en konden rekenen op een extraatje als er winst gemaakt werd. De sfeer op de jachthaven ademde welvaart – maar dat was breder dan geld-verdienen. Voor mij betekende business daarom niet ‘mensen die rijk werden ten koste van anderen’, maar het betekende mensen die gepassioneerd werkten en hun overvloed deelden. Ik zag door het leven van mijn vader: iemand die op verschillende terreinen initieerde, risico’s durfde te nemen en potentie zag waar anderen die niet zagen.

Met ‘business’ ben ik dus opgegroeid; het was voor mij een warm, menselijk en sociaal rijk begrip. Ik ging zelf destijds niet de business in, maar werd na mijn huwelijk gegrepen door ‘missie’ en ging werken aan boord van de hulpverleningsschepen van Mercy Ships en toen we daarvoor een kantoor op gingen zetten in Rotterdam, zocht ik vervolgens hoe aansprekende, relevante missie eruit zou kunnen zien in deze mooie stad. In die zoektocht stuitte ik op het begrip ‘Business as Mission’ en was verkocht! Als je gepassioneerd ondernemerschap integreert met een holistische vorm van missie, dan zou je iets krachtigs krijgen. Daarvan was ik overtuigd, want daar had ik iets van bij mijn vader geproefd: ondernemers met passie, die rijkdom op sociaal en materieel gebied kunnen scheppen. Intussen zag ik in mijn verdere research ondernemers die dat deden met een doordachte missie, biddend, met een hart gericht op God: in Rotterdam, en later wereldwijd. Van dat soort ondernemers, met dat talent, heeft de Kerk in haar breedte meer nodig; om het buitenland mee te dienen waar materiele en sociale noden hoog zijn, maar in de huidige tijd ook in Nederland waar het Goede Nieuws amper aan lijkt te sluiten bij de beleving van mensen. En waar we dat Goede Nieuws vaak hebben ingeperkt tot privésfeer, geestelijk terrein en hiernamaals. Maar het evangelie heeft wat te zeggen over al onze levenssferen.

Daarom ben ik zo enthousiast over de thema’s die we op het Business as Mission congres op 19 en 20 november op de kaart zetten: het belang om welvaart creëren, maar ook over het thema business & gemeentestichting (later meer daarover). Juist nu de materiële en sociale nood wereldwijd toeneemt door Covid-19, is het thema ‘welvaart creëren als gave en als opdracht’ relevanter dan ooit. Het is mijn gebed dat we als BAM Nederland een klein steentje bij mogen dragen om ondernemers aan te moedigen om het door God gegeven welvaart-scheppend-talent serieus te nemen, van harte te omarmen en in te gaan zetten. Tot eer van God, en tot zegen voor de samenleving. In Nederland en daarbuiten.

Meer over het BAM Congres 2020