Emmie van Halder; drijvende kracht achter Petit Paradis

“De sfeer trekt mensen,” vertelt Emmie van Halder over lunchroom Petit Paradis. “Tijdens lunchtijd zit het hier vol. Vanwege eenzaamheid komen sommigen hier elke dag, enkelen zijn er zelfs voor verhuisd!” In 2022 heeft deze lunchroom in een voormalig klooster vlakbij het hart van Den Haag haar deuren geopend. Emmie is een business-duizendpoot; ze heeft in haar leven al verschillende succesvolle bedrijven opgezet, is Impact Investeerder met een focus op Afrika en ook de drijvende kracht achter de lunchroom.

Voormalig klooster

De lunchroom is onderdeel van Stichting 488.  Deze huurt de 1200 m2 aan ruimtes van het klooster gelegen aan het Westeinde. Naast twee oudere monniken, is hier een leefgemeenschap gehuisvest, is er gebedswerk en boven de lunchroom opvang voor een twintigtal kwetsbare vrouwen. De winst van de lunchroom gaat naar dit werk.

                                            

Emmie is bestuurslid van Stichting 488 en denkt mee om het geheel en de lunchroom financieel gezond te laten draaien. Ze vertelt: “Vanwege de kleinschaligheid is het vooral in de winter nog lastig om winst te draaien, ’s zomers lukt dat beter vanwege meer ruimte dankzij het terras.” Voor het aanboren van nieuwe klandizie denken ze aan het promoten van ontbijten, catering voor omliggende bedrijven en verhuur van de ruimtes.

Impact Investeerder

Van jongs af aan was Emmie actief in het bedrijfsleven en zette een aantal succesvolle bedrijven op. Deze bedrijven hielpen ondermeer tech-bedrijven vanuit de VS om zich te vestigen in Europa. Later verschoof haar focus naar het introduceren van tech-bedrijven in Afrika. Vanuit die rol reisde ze heel Afrika door en werd bekend met de business uitdagingen, mogelijkheden en behoeften op dat continent. Vanuit persoonlijke passie initieerde en runde ze tussendoor nog een hotel in Zuid-Afrika. Dit alles legde haar geen windeieren. Nu is Emmie Impact Investeerder met een passie voor het Afrikaanse continent.

Batazia vertaal-app

Vanuit haar passie raakte ze ook als bestuurder betrokken bij de vertaal-app Batazia. Ze zorgde dat deze kon pitchen op het BAM Congres afgelopen november. Batazia ontwikkelt software, waarbij alle lokale taalgebieden in Afrika voorzien kunnen gaan worden van boeken en lesmateriaal in eigen taal. Dit is een doorbraak voor Afrika, waar 2500 lokale taalgebieden nu niet worden voorzien van lesstof. Batazia is een veelbelovende app, met name een aantal grote NGO’s zijn zeer geïnteresseerd. Op de site van ‘Waarde voor je geld’ kun je meer lezen, want Batazia zoekt nu werkkapitaal om door te kunnen ontwikkelen.

 

Stichting 488 >>

Vertaal-app Batazia zoekt werkkapitaal>>

Petit Paradis >>

Blijf op de hoogte van Business as Mission Nederland en meld je aan voor de BAM-update >>

 

Een zendeling met een BAM-geschiedenis

“Zakendoen en zending is goed mogelijk, maar het is belangrijk dat de zakelijke kant goed neergezet wordt, want anders blijft het ook kwakkelen met de missie,” weet Hans Hamoen vanuit ervaring. Evangelie verkondiging is wat hem motiveert: “In hart en nieren ben ik eigenlijk een zendeling.”  Zijn loopbaan als ‘pionier-bissionairy’ begon veertig jaar geleden, en hij vindt het bemoedigd te zien hoe de BAM beweging wereldwijd alsook in Nederland groeit.

 

Bijbelsmokkel met een bedrijf

Hans stond aan de wieg van dertig Business as Mission bedrijven, waarvan twintig rendabel bleken en nog altijd draaien: “De Heilige Geest geeft creativiteit en laat mogelijkheden zien.” Deze ondernemer pakt de mogelijkheden die hij ziet ook aan: precies veertig jaar geleden op 1 maart 1983 startte hij zijn eerste ‘business as mission’ bedrijf met het doel in samenwerking met Open Doors Bijbels te smokkelen naar de destijds gesloten landen achter het IJzeren Gordijn. De ruilhandel met communistische landen bleek mogelijkheden te bieden: “We ruilden goederen met die landen, we brachten bijvoorbeeld cacaopoeder en namen houten klapstoelen mee terug. In onze vrachtwagens van twintig ton, verstopten we twee ton lectuur en konden zodoende 2400 Bijbels per keer meenemen.” Het systeem werd verder ontwikkeld, waarbij een beperkt aantal mensen binnen het bedrijf deel waren van het ‘complot’. We hadden op een gegeven moment zeventig mensen in dienst, en brachten tussen 1983 en 1991 ruim een miljoen Bijbels naar gesloten landen, eerst de communistische en later ook naar landen o.a. Koeweit, Jemen en Ethiopië.

In die tijd zagen we veel wonderen. Aan de andere kant was het ook een tijd van groeien in het vertrouwen op God. Ten eerste vanwege de spanning of hun clandestiene activiteiten werden ontdekt, en Hans opgepakt zou worden. Daarnaast of de financiën rondkwamen. “In de ruilhandel is cashflow een constant probleem. We hadden altijd een tekort. Op vrijdag wisten we nooit hoe de rekeningen de volgende week betaald zouden moeten worden. Dan baden we, en dan was er weer geld op maandag. Het werd haast gewoon! Voor mijn secretaresse, die toen nog niet gelovig was, was het ongewoon. Jaren later vertelde ze me dat dit haar altijd hogelijk verbaasde en aan het denken zette.”

‘Vertrouwen ontwikkel je als je geen rooie cent hebt’

“Als je met Gods business bezig bent, mag je vertrouwen dat Hij voorziet,” is de ervaring van Hans. Hij promoot hier geen ‘welvaart evangelie’. In een adem door vertelt hij dat hij samen met zijn vrouw zeven jaar lang een dag per week verplicht vastten. Er was geen geld. “We hebben het toen niemand vertelt en mijn vrouw was creatief. Ze kocht lapjes stof op de markt en maakte jurkjes voor onze dochters. Mijn moeder had het wel in de gaten en bracht regelmatig een tas boodschappen. Mijn vrouw liep regelmatig met gaten in haar panty’s en dat vond ze verschrikkelijk, maar ze zegt ook dat het in geestelijk opzicht onze rijkste tijd was.” Hans vervolgt: “Zakenmensen vertrouwen op hun geld, maar als christen is het belangrijk om je afhankelijk van God te weten en op Hem te vertrouwen. Dat vertrouwen op God ontwikkel je vooral als je geen rooie cent hebt.”

Tweede bekering

In 1986 vroeg een vriend of Hans naar Haïti wilde komen, om hem te helpen een fabriek op te zetten. Ze wilden foto wissellijstjes gaan produceren om Haïtianen meer bestaansmogelijkheden te geven. Hans was niet happig; hij was al druk genoeg. Na aandringen, stemde hij toe om een kijkje te komen nemen. Bij aankomst op het vliegveld, was er net een coupe gepleegd op Baby Doc. De bevolking nam wraak op de gehate leden van de geheime politie. “Ik zag mensen elkaar met machetes te lijf gaan, hele slagpartijen waren gaande, lijken lagen langs de weg. Het was absurd.” herinnert Hans zich. “Ik hoorde toen een innerlijke stem ‘Waarom geef je deze mensen geen hoop?’ Die ervaring noem ik mijn tweede bekering.”

‘Waarom geef je deze mensen geen hoop?’

Sociale impact

Het bedrijf werd opgestart, en had mettertijd 450 man personeel. Hans: “We wilden sociaal impact hebben. We creëerden bijvoorbeeld een potje, zodat personeelsleden geld konden lenen om uniformen te kopen, want die uniformen hebben kinderen daar nodig om naar school te kunnen. We vonden het belangrijk dat kinderen naar school konden gaan. De ouders konden de lening over een periode van een jaar terugbetalen, en zo moedigden we eigen verantwoordelijkheid aan.”

Geestelijke impact

Ze wilden ook geestelijk impact hebben en huurden een lokale voorganger in die ochtendopeningen in het bedrijf verzorgde. Hans: “Die ochtendopeningen waren voor al het personeel, maar als mensen vervolgens deel wilden nemen aan Bijbelstudies en bidstonden, dan kon dat buiten de fabriek.” De plaatselijke voodoo priesteres vond het minder leuk. Haar invloed nam af. Hans vervolgt: “Ze brak de straat op, zodat we niet met de containers bij de fabriek konden komen en legde een kruis op de vloer van de fabriek. Dat betekent een vloek met vaak dodelijke gevolgen. De vrouw had een behoorlijke reputatie op het gebied van vervloeken. Alle personeelsleden bleven uit angst weg, maar wij hielden een bidstond bij het kruis en waren na een aantal dagen nog steeds niet dood. Met de priesteres ging het juist minder goed, met als gevolg dat de lokale mensen zeiden: ‘Jullie God is sterker!’”

BAM voorloper

Hans was een voorloper, hij noemde het zelf destijds Business with a Mission. En begon in 1994 Worldpartners, want mede door zijn wereldwijde netwerk zag Hans over de jaren meer kansen en mogelijkheden om bedrijven op te zetten met sociale en geestelijke impact. Juist ook in de meest moeilijke landen. Met Worldpartners wilde hij daarvoor ondersteuning structureren. Hij leek nog steeds een van de weinige ondernemers wereldwijd die hiermee bezig waren – ze hadden elkaar in elk geval nog niet gevonden. Eind 1999 gebeurde dat wel in de VS: een twintigtal missie-gedreven ondernemers vormden een groep, waarvan Hans en een Engelsman de enige Europeanen waren. Vijf jaar later werd het BAM-concept geïntroduceerd door Mats Tunehag en Jo Plummer op een Lausanne bijeenkomst in Thailand in 2004. “De business-track werd pas op het laatst door Lausanne toegevoegd,” herinnert Hans zich.

In dit boek kun je meer lezen!

World Partners

Inmiddels krijgt World Partners aanvragen vanuit de hele wereld en studenten van Erasmus, CHE of Wageningen helpen om een haalbaarheidstudie uit te voeren, waarbij gekeken wordt naar de zakelijke haalbaarheid, de sociale invloed en of en hoe zendingsdoelen gehaald kunnen worden. Dit kan verschillende vormen aannemen. In een Aziatisch land, waar door gebrek aan werkgelegenheid veel mannen in het buitenland moeten gaan werken, heeft Worldpartners meegewerkt aan het opzetten van een kleinvee bedrijf. Bij deze farm kunnen families een compleet pakket kopen wat in genoeg inkomen resulteert om rond te komen: enkele honderden stuks kleinvee, een bouwpakket, voeding en training, plus daarna begeleiding door distributeurs. Worldpartners bedrijven vind je voornamelijk in Azië, Afrika, Oostelijk Europa en de Kaukasus. Hans vertelt: “Ons management is altijd christen, het overige personeel zijn goede plaatselijke krachten met uiteenlopende geloofsovertuigingen. In dit bedrijf hebben we ook een twintigtal distributeurs werken, deze distributeurs zijn naast het werk bij ons ook plaatselijke (ondergrondse) voorgangers. Deze mensen kennen de taal en de gebruiken. Ze gaan regelmatig bij de klanten langs en bouwen een relatie op. Evangelisatie gebeurt op die manier als vanzelf, op een organische manier.”

‘Het is onze opdracht om over het evangelie te praten, en het ook te doen’

 

De BAM beweging: kansen en uitdagingen

Hans is bemoedigd om de groei te zien van de BAM beweging zoals bijvoorbeeld de sociale BAM-bedrijven in Nederland. De tijdgeest is nu ook anders dan toen Hans begon: “Iedereen praat nu over purpose en duurzaamheid. Dat biedt kansen.” Daarnaast ziet hij ook de uitdagingen, met name om binnen zendingsorganisaties daadwerkelijk business vruchtbaar te integreren. Tegelijkertijd hoor je daar ook zijn passie, en wil hij zich voor die integratie in blijven zetten: “Als christen is het mijn motivatie om een volgeling van Jezus te zijn. Jezus vertelde in de Bergrede wat het evangelie inhoudt en vervolgens ging hij de berg af, raakte mensen aan en genas hen. Zo is het ook onze opdracht om over het evangelie te praten, en het ook te doen. Business as Mission biedt daarvoor enorme kansen.”

Meer over World Partners >> https://worldpartners.org

Hier vind je het boek  Zakendoen met God

Blijf op de hoogte van Business as Mission Nederland en meld je aan voor de BAM-update.

Mede door business ‘de kerk binnenste buiten keren’

Op een sfeervol terras in Amsterdam praten we met Tim Vreugdenhil over business en kerk-vernieuwing. Een grote verbouwing van een 17e-eeuws Amsterdams kerkgebouw staat in de planning; middels exploitatie moeten de kosten daarvan opgebracht worden. Tim ziet tal van mogelijkheden om kerk-zijn in een nieuw jasje te steken, community te bouwen en kerk en context te verbinden.

Door al zijn verhalen heen hoor je zijn passie en zoektocht om te verbinden met stadsgenoten: zo laat hij zich inhuren door bedrijven voor inspiratie-sessies en doordenkt de feedback die hij krijgt. Hij deed actief ‘marktonderzoek’: zo sprak hij tientallen succesvolle generatiegenoten over wat hen beweegt om ‘inspiratie’ te krijgen middels geestverruimende trips.

Ook tijdens de lunch heeft Tim oog voor de omgeving en maakt een afspraak met de manager om de mogelijkheden voor toekomstige samenwerking te verkennen. Mede door business, wil hij ‘de kerk binnenste buiten keren’.

Op vrijdag 4 november spreekt Tim over dit thema op het BAM Congres, evenals Samuel Wells, een invloedrijke theoloog plus succesvolle ondernemer en kerkleider in hartje Londen.

Registratie BAM Congres >>
Citykerk
www.ruimtevoorjeziel.nl

Interview Samuel Wells 

Business en kerk(gebouwen); een thema op het BAM Congres

‘Ondernemerschap biedt perpectief voor de toekomst van de kerk’, vinden kerkleiders Samuel Wells (Londen) en Tim Vreugdenhil (Amsterdam). Op vrijdag 4 november spreken zij hierover op het BAM Congres 2022.

Evenals het team van BAM Nederland gelooft Tim dat we in het Lichaam van Christus nog te vaak geremd worden door, even kort door de bocht gezegd: een dualistisch denken (een kloof tussen ‘geloven op zondag’ en ‘werken op maandag’), door een werelds denken (business is verdacht; ‘draait alleen om geld’) door een huiver voor de mammon (geld is vies). Maar, wat kan er gebeuren als we vernieuwd in ons denken, zoekend met elkaar en geleid door Gods Geest andere mogelijkheden gaan ontdekken die onze kerkgebouwen met zich meebrengen? Dat gesprek willen we stimuleren op het Congres, ondersteund door de invloedrijke theoloog en succesvolle ondernemer Samuel Wells.

 

Tickets BAM Congres 2022 >>

Interview Samuel (Sam) Wells: ‘Zakendoen vanuit de kerk’ >>

Blijf op de hoogte en geef je op voor de BAM-updates >>

Turbocam: een bedrijf met impact

Turbocam produceert onderdelen voor turbomachines binnen de energie-, transport- en luchtvaartsector. Ze zijn daarbij duidelijk over hun missie om God te eren door alles wat ze doen. Dat kan betekenen dat een kostbaar onderdeel weg staat te rotten op de kade, omdat ze weigeren steekpenningen te betalen zoals daadwerkelijk bij de start van het bedrijf in India gebeurde. Onno Weststrate vertelt: “Bij kennismaking laten we de Missie Statement op onze site zien, vertelt Onno Weststrate. “In dit filmpje komt onze christelijke missie helder naar voren.”

 

Rond zijn veertigste liet Onno een succesvolle baan achter zich bij Stork. “Ik was daar op het hoogtepunt van mijn carrière; alles leek te lukken maar het begon te schuren: ik wilde mijn door God gegeven talenten beter inzetten dan aandeelhouders tevreden stellen.” Hij ging de Amerikaans/Indische oprichter van Turbocam helpen het bedrijf uit te breiden en startte o.a. een fabriek in Roemenië, waar nu 100 mensen werken en ze o.a. onderdelen leveren aan Siemens. Wereldwijd werken 900 mensen bij Turbocam en hebben ze impact middels vestigingen in India, Noord-Amerika en Europa.

‘Durven we groter te dromen?’
Met twintig jaar ervaring bij het ontwikkelen van een internationaal BAM-bedrijf kan Onno meepraten over hoogte- en dieptepunten: van het zien hoe God hen in contact bracht met een Roemeense christen die kundig leiding geeft aan de fabriek en het floreren aldaar van mens en product, tot de confrontatie met een levensbedreigende ziekte toen hij in 2008 net al zijn geld in de Roemeense vestiging had geïnvesteerd. Hij wil nu vooral een jongere generatie aanmoedigen: “We kunnen ons blindstaren op werelds succes, maar internationaal gebeurt er heel veel door christelijke bedrijfsinitiatieven. Laten we onze talenten inzetten en daarbij niet bang zijn om groot te dromen!”

Interesse in de Balkan? Op het BAM Congres 2022 zullen initiators van BAM Roemenië een interactieve sessie verzorgen, evenals World Partners, actief in Oekraïne. Meer info over BAM Congres 3 & 4 nov 2022 >>

Het belang van coaching

 ‘De betrokkenheid van een ervaren ondernemer is enorm bemoedigend!’ 

Elke zes weken hebben ze een paar uur contact, vertelt Daniel (Daan) de Groot over zijn coaching-relatie. De relatie is wat hem betreft cruciaal geweest in zijn ontwikkeling: van zendeling/hulpverlener in Roemenië naar strompelend sociaal ondernemer en vervolgens naar volwaardig ondernemerschap. Zijn coach is Onno Weststrate, die ervaring heeft met een internationaal BAM-bedrijf (Turbocam) in o.a. Roemenië. De relatie begon toen ze elkaar in 2014 tegenkwamen en Onno hoorde dat de Roma-jongeren, straatjongeren en daklozen die het inloophuis van Coming Home bezochten niets te doen hadden.

Onno Weststrate

Daan de Groot

Onno ging investeren in de relatie met Daan en ze gingen nadenken over het opzetten van bedrijfsactiviteiten. Daan: “Het is iemand die scherpe vragen stelt en waaraan ik verantwoording afleg. Zonder dat ik daar ooit om heb hoeven vragen, heeft hij ook financieel geïnvesteerd; het voelt dan ook alsof we het samen doen in een gedeelde BAM-visie: Gods liefde delen en perspectief bieden in deze regio.” Intussen heeft Daan timmerwerkplaats Recycl’Art waar zes medewerkers ‘met een verhaal’ meubels maken, en de inrichting verzorgen van hotels en vakantiehuizen.

 

Ups en downs van Daniel’s journey van traditionele hulpverlening

naar een BAM-bedrijf

 

Reclycl’Art

Het pad daarnaartoe ging niet over rozen. Met ondersteuning van Onno werd in 2014 in eerste instantie een nabijgelegen kippenschuur en bijbehorende woning gekocht waar ze een soort sociale werkplaats opzetten, zodat de jongeren die bij hen in het inloophuis kwamen werkervaring konden opdoen. Een mooi plan, maar het was geen onverdeeld succes. Daan: “We hadden maar één begeleider op een groep van vijf tot zes jongeren. We gaven de jongeren wekelijks een kleine vergoeding, maar dat werd vergokt of er werd drank van gekocht en dan kwamen ze de volgende dag niet opdagen. We zagen dat ze meer begeleiding en structuur nodig hadden; een grotere groep beter functionerende mensen waar ze bij aan konden sluiten.”

Vanaf zijn zeventiende komt Daan (37) al in Targu Mures, Roemenië. Hij ging voor het eerst mee met een groep jeugd vanuit zijn kerk in Krimpen aan de IJssel. De daaropvolgende jaren gingen teams vanuit zijn kerk soms wel twee keer per jaar. Op een van die reizen kwam hij zijn toekomstige vrouw Debora tegen en toen het stel trouwplannen kreeg en over hun gezamenlijke toekomst na ging denken, vonden beiden wonen en werken in Roemenië een serieuze optie. Na overleg en advies met familie en vrienden, maakten ze die stap in 2008. Het doel was om daar van betekenis te zijn voor de allerarmsten, zoals Roma-straatkinderen. Met verschillenden kinderen hadden ze over de jaren een relatie opgebouwd en het idee was om een inloophuis op te zetten waar ze terecht konden. Na een langzame start, zetten ze de Roemeense organisatie Coming Home op en kon het inloophuis realiteit worden.

 

Debora heeft intussen de leiding over het inloophuis, waar stafleden naast sociaal werk vooral educatie ondersteuning bieden, zoals huiswerkbegeleiding voor kinderen uit achterstandswijken. Daan richt zich vooral op het ontwikkelen van BAM-bedrijven, zoals de laatste onderneming: The Boost Company waar ze websites bouwen voor de Roemeense, Nederlandse en Engelstalige markt.

BAM Roemenië

Bij Recycl’Art heeft Daan een Roemeense businesspartner gevonden met hart en visie voor de doelgroep. Dit geeft hem ook ruimte om betrokken te zijn bij het ontwikkelen van BAM Roemenië. Vanuit het platform in oprichting BAM Connect willen ze beginnende BAM-ondernemers coachen en connecten met investeerders. Daan coacht intussen zijn Roemeense business partner bij Recycl’Art en wil dat meer gaan doen via het groeiende BAM-netwerk. Zelf heeft hij de kracht van betrokken coaching ondervonden, en geeft het op zijn beurt graag door.

Daan de Groot connect graag met andere BAM’ers en geïnteresseerden via zijn profiel op Linkedin >> 

 

Ontvang je de BAM-updates? Hier kun je je daarvoor aanmelden >>

 

 

Plant-based proteine & missie in India

Henk Schouten (Schoutenfood) kreeg BAM-principes ingegoten met de paplepel. De bedrijfscultuur is voor hem de basis:

“Liefde is het belangrijkste, maar ook het moeilijkste” 

 

De Here God en daar vanuit liefde en aandacht voor medewerkers staat al generaties lang centraal binnen de bedrijven van de Schoutens. Anticiperend op tijd en context verandert de uitwerking daarvan, evenals product en missie. Opa Schouten was zoon van een bakker en ging diervoeder produceren, vader ging daarmee door en Henk begon dertig jaar geleden met het ontwikkelen van vleesvervangers (plant-based proteïne). In de patriarchale tijdgeest van opa werden mensen in moeilijke omstandigheden in dienst genomen en konden vervolgens rekenen op ‘opvoeding’ op het werk, maar kregen ook persoonlijke brieven op hoogtijdagen. De aandacht voor medewerkers ziet er nu anders uit, maar ook voor Henk is een bedrijfscultuur waar liefde een aandacht is voor elkaar, een basis ingrediënt van BAM. Vanuit Schoutenfood in Giessen ziet Henk uitbreidingsmogelijkheden in India. Ook op het terrein van missie.

Tempeh today in India
India is een vegetarisch land, waar armoede heerst en waar plant-based proteïne het dieet zou verrijken. Hier kunnen product en missie – op een manier passend binnen die context – naadloos integreren middels voedzaam eten, werkverschaffing en het delen van Gods liefde. De eerste stappen daartoe zijn gezet. Het basis idee van Schoutenfood is om naast fabrieken, in wijken of afgelegen gebieden in India containers te plaatsen. In die containers kan het fermentatieproces plaatsvinden voor het ontwikkelen van plant-based proteïne (Tempeh today). Dat voorziet in zowel inkomen alsook voedzaam eten voor een gemeenschap. Intussen is ook een micro aanpak bedacht.

In de huidige fabriek in Bangalore hebben christenen de leiding, delen het evangelie tijdens dagopeningen en hebben aandacht voor noden van werknemers en hun families. Henk is zelf vaak in India en zoekt ook voor andere missiegerichte bedrijfsactiviteiten in India proactief samenwerking met christenen, en ervaart daarbij leiding. “Het is mijn overtuiging dat het de bedoeling is dat we daar zijn, maar plannen en afspraken maken gaat in die cultuur heel anders. Om daar te werken, moet ik leren om los te laten.” Henk verbaast zich over de vele onverwachtse en bijzondere ontmoetingen: “Ik rol van het een in het ander.”

 

 

‘Ik rol van het een in het ander…’

Zo maakte hij een wandeling in de wijk rondom de vestiging en liep een koffietentje binnen en kwam daar aan de praat met de medewerkster, deze bleek christen te zijn. “Ik vertelde over ons bedrijf en dat ik personeel zocht. De volgende dag kwam Pinto langs, een zwager van de medewerkster van het koffietentje. Pinto werkt nu bij ons.” Henk vertelt verder: “Onlangs sprak ik met Peter uit Bangalore die voor ons video’s maakt, hij is christen en zei mij dat ik met Anita moest kennismaken, want zij vangt prostituees op en wil hen verder helpen. Ik heb kort daarna met haar en de vrouwen die ze opvangt kennisgemaakt; meisjes van zestien met een baby’s van anderhalf jaar. Het breekt je hart.” Dit contact bleek een goede fit voor de micro-aanpak: middels microkrediet kunnen deze vrouwen Tempeh produceren middels een door Schoutenfood ontwikkeld Micro Fermentation Unit.

Henk ontdekte eveneens dat op korte afstand van de eerste vestiging in Bangalore een kerk staat waar hij zich thuis voelt. In een land waar 2% van de bevolking christen is, voelt dat als ‘het vinden van een speld in een hooiberg’. Vanuit deze kerk zijn ook diverse contacten gelegd met christelijke hulpverleningsorganisaties. Naast de bijzondere dingen die gebeuren, zijn er genoeg uitdagingen. Zo zal de aansluiting met de markt een moeilijke zijn, want het gebruiken van plant-based proteïne is in India’s consumptiepatroon een onbekend ingrediënt. Henk weet uit ervaring dat het lang heel lang duurt voordat eetgewoonten veranderen. Dertig jaar geleden zag hij al de potentie en noodzaak voor veranderingen in de vleesconsumptie in het wereldwijde dieet-patroon. “In Nederland, die best voorop loopt op dit gebied is de consumptie nog slechts 4% van de vleesconsumptie.

Giessen

De 250 medewerkers in Giessen, waar het bedrijf gevestigd in en rondom het ouderlijk huis van de grootouders, zijn ook enthousiast over de initiatieven in India. “We moeten er nog meer over communiceren,” erkent Henk. De medewerkers zijn al betrokken bij diverse bijdragen vanuit het bedrijf aan de maatschappij. Zo wordt iedere medewerker aangeboden om op kosten van het bedrijf een kind via Compassion te ondersteunen. “Het is niet verplicht, maar iedereen doet het,” vertelt Henk en vervolgt: “We hebben dagen in het jaar waarop de medewerkers op het bedrijf in werktijd een brief schrijven aan het kind, want anders komt dat er niet van. Via een fonds opgericht vanuit het bedrijf worden ook andere initiatieven ondersteunt zoals hulp bij de opstart van koffiehuis “De Buurvrouw” in Wijk en Aalburg. De medewerkers vinden het fijn te weten dat hun werk hier bijdraagt aan dit soort zaken.”

“In India doen we dagopeningen op het bedrijf, maar hier in Nederland zijn we daar voorzichtig mee,” vervolgt Henk. “We hebben dat wel overwogen, maar ruim de helft is niet gelovig, en je hebt dan kans dat ze wel komen vanuit een gevoel van ‘moeten’ terwijl het hen niets zegt. Bovendien willen we geen afstand creëren tussen christelijke en andersgelovige medewerkers. We proberen er wijs mee om te gaan, de situatie is hier anders dan in India. Liefde en aandacht is het belangrijkste, maar ook het moeilijkst. We zijn er nog lang niet! Je wordt zo gauw in beslag genomen door de dagelijkse beslommeringen.” In India krijgt de aandacht voor medewerkers vorm doordat Henk bijvoorbeeld meewerkt in het bedrijf. “In die hiërarchische cultuur, proberen we dienstbaar leiderschap voor te leven. Ze vinden het daar heel bijzonder dat ik samen met hen schoonmaak en met hen bezig ben op de werkvloer.”

‘Ga jij eerst maar eens je studie afmaken!’

Henk praat met warmte over zijn voorouders en het bedrijf in Giessen. Maar als hij vertelt over zijn ervaringen in India, komt er een extra twinkeling in zijn ogen. Die ervaringen maken vast een avontuurlijke kant wakker, en om op een heel andere manier in een andere context God te zien werken, maar het heeft wellicht ook met een verlangen van lang geleden te maken. Want als kersverse student had hij op een avond een bijzondere ervaring met God, waarop hij zich in gebed volledig ten dienste van God stelde. Vervolgens vertelde hij zijn vader dat hij zendeling wilde worden, maar diens nuchtere antwoord was: ‘Daar komt niets van in. Ga jij eerst maar eens je studie afmaken!’ Henk zegt nadenkend: “Soms vraag ik me weleens af of wat ik nu meemaak een verhoring is van mijn gebed van destijds.”

www.tempeh.today

www.schoutenfood.com

 

Ontvang je de BAM-updates? Hier kun je je daarvoor aanmelden >>

 

Bakkie Troost in de Hoekse Waard

In de Hoekse Waard wordt een baristawagen operationeel gemaakt met als doel nieuwe Nederlanders op weg te helpen naar werk. Door de verkoop van (h)eerlijke koffie op locaties in de eigen buurt bouwen migranten een netwerk op en oefenen de Nederlandse taal. Een paar bedrijven in de regio hebben inmiddels aangegeven mee te willen helpen, mede dankzij hulp via het netwerk van een lokale BAM’er, en is 70% binnen van de benodigde €2500, vertellen initiatiefnemers Daan Blinde en Levi Hagoort. Stichting Bakkie Troost >>

Teamversterking door Amar Atma
Amar (links op de foto) moest in 2015 vluchten vanwege de oorlog in Syrië. Hij wil zich graag nuttig maken, en middels Bakkie Troost wil hij andere migranten helpen bij hun inburgering. Uit ervaring weet hij hoe lastig het kan zijn door gebrek aan papieren en beperkte kennis van de taal. In Syrië had Amar twee succesvolle autobedrijven en hij houdt van ondernemen.

Mede daarom gaan Amar en Daan naar een event van Itzinya, om zich te laten inspireren door de succesvolle verhalen van andere immigranten die een bedrijf zijn gestart.

Meer over Itzinya >> 

Hoe kan business en missie integreren; in NL en daarbuiten? Lees erover in de BAM-updates>>

 

Deelcafé De Buurman; een ‘soft’ franchise concept

Doelstelling van Deelcafé De Buurman is om een plek te bieden voor ontmoeting met nieuwkomers en dorpsgenoten in Hardinxveld-Giessendam die om een praatje verlegen zitten. Inmiddels zijn er zes deelcafés in het land. “We noemen het een ‘soft’ franchise, omdat we ruimte geven aan anderen om het in te vullen binnen hun context,” vertelt intiatiefnemer Dick de Krijger.

Delen

Bij een goede latte vertelt hij hoe en waarom hij deze eerste ‘Buurman’ zes jaar geleden in zijn woonplaats oprichtte. Dick wilde in eerste instantie middels een koffieplek geld inzamelen voor Afrika, waar hij geweest was en van Afrikanen belangeloos delen had geleerd. Dorpsgenoten, die niet in Afrika waren geweest, deelden zijn passie niet. Maar enkele jaren later sloeg het deelcafé-concept wel aan toen een groep migranten naar het dorp kwam. Met de doelstelling ‘samen bouwen aan een betrokken lokale gemeenschap’ kreeg hij de handen wel op elkaar. Het concept draait volledig op de tachtig vrijwilligers, die aandacht geven aan de tachtig tot honderd bezoekers per dag. “We willen een plek creëren waar rust en aandacht centraal staan, en dorpsgenoten tijd, talenten en ideeën met elkaar delen.” Vervolgens werd ook zijn andere verlangen bewaarheid: honderd procent van de winst gaat naar mensen in nood ‘ver weg’. Zelf leeft de ondernemende dertiger van de inkomsten uit zijn groei- en strategiebedrijf Voorwaarts.

 

 

 

 

 

 

Hoe kan business en missie integreren; in NL en daarbuiten? Lees erover in de BAM-updates>>

Bedrijfsavonturen in een Delftse wijk

“Onze wijk Buitenhof in Delft staat bekend als een ‘slechte’ wijk,” vertelt sociaal ondernemer Harmen van der Laan. Zelf woont hij hier inmiddels tien jaar met zijn gezin. “Met plezier en met veel mooie mensen,” voegt hij er aan toe, maar hij ziet wel van dichtbij de vicieuze cirkel waar mensen in kunnen zitten. Hij was al bij diverse sociale activiteiten in de wijk betrokken, maar ziet de kansen die ondernemerschap kunnen bieden. 

“Niet vanuit de gedachte ‘ik weet wat goed voor je is’, maar door vanuit relatie naast mensen te staan en hun potentie te zien,” benadrukt Harmen. Hij startte daarom drie jaar geleden printshop PrintPlezier, vervolgens KopieKoffie en het afgelopen jaar FierFietskoerier. Alle drie sociale ondernemingen waar mensen, die veelal elders lastiger aan een baan komen, betaald en onbetaald werken. De fietskoerierdienst bleek een (hoognodige!) financiële schot in de roos; ze bezorgden het afgelopen jaar 40 duizend pakjes. Bij dit bedrijf alleen werken vierentwintig mensen en andere steden vragen om het concept daar ook neer te zetten. Bovenal ziet Harmen mensen veranderen:

“Ik besefte dat we in onze Nederlandse cultuur

als ondernemers veel ruimte hebben om in te spreken in mensenlevens.”

Dat deed hij bijvoorbeeld bij iemand in de wijk die hij al enige tijd kende. Ook diens zwakke kanten. Harmen sprak hem daarop aan, toen deze persoon in een van de bedrijven wilde komen werken als vrijwilliger met vergoeding. Harmen stelde enkele voorwaarden, die uiteindelijk werden geaccepteerd. Na jarenlange werkloosheid is deze persoon drie maanden dagelijks aan het werk en is net de samenwerking verlengd voor langere tijd.  Op de vraag wie Harmen nog meer heeft zien veranderen, reageert hij lachend: ‘Hoe lang heb je?’

 

Kwetsbaar en open

“Als eigenaar-ondernemer is het heel normaal dat je werknemers aanspreekt als ze er moe uitzien of niet gefocust zijn,” vervolgt Harmen. “Je kunt doorvragen over wat er aan de hand is. Niemand vindt dat vreemd. Het is jouw toko, en je mag mensen aanspreken op hun gedrag.” Het lijkt erop dat ze binnen de bedrijven een veilige omgeving weten te creëren, want werknemers vertellen aan vrienden dat ze ‘hier gezien worden’. De veiligheid wordt gevoed door kwetsbaarheid, want dit is voor Harmen en zijn team een belangrijke waarde: “Elke maandagochtend delen we als kernteam openhartig met elkaar, juist ook over wat niet goed gaat – zowel thuis als zakelijk. We beseffen onze afhankelijkheid van God en bidden met elkaar. We vertellen enthousiast over deze maandagochtenden.” Het gevolg is dat ook anders-gelovigen binnen hun groeiende kernteam sinds kort meedoen. Harmen noemt het dan ook geen gebedstijd of kerk, maar ‘sharing-time’.

Harmen is overigens openhartig over zijn motivatie als volgeling van Jezus, binnen de bedrijven waar ‘alles door elkaar heenloopt; van atheïst, moslim, homo en hetero’. Hij is daarover eveneens openhartig in contacten met samenwerkingspartners van zijn bedrijven. “Mijn christen-zijn wordt vaak geaccepteerd en gewaardeerd. Ze zien het als een intrinsieke motivatie en benoemen een zekere onzelfzuchtigheid,” vertelt Harmen.

Het gebouw in de wijk waar de printshop en koffieplek gehuisvest is

 

Geen succesverhaal, wél een avontuur

Overigens is het niet allemaal een succesverhaal. Een vrouw die ze zagen groeien en bloeien, viel door omstandigheden terug in een depressie. Ook financieel is het een uitdaging. “In coronatijd liep de omzet van de printshop terug naar nul. De koffiezaak in de printshop draait ook geen winst, maar kost geld. “Het leek erop dat we failliet zouden gaan en toen ik verleden jaar de fietskoerierdienst begon, dacht ik: ‘als we dan failliet gaan, dan maar goed failliet’!” De fietskoerierdienst bleek echter een succes. Daarbij moet gezegd worden dat de koffiezaak bijdraagt aan algehele sociale succes van het concept, want hier komen mensen binnen, wordt een praatje gemaakt, relaties gebouwd wat de drempel verlaagd voor mensen om een stapje te maken richting werk. Harmen noemt de KopieKoffie dan ook hun ‘human resource center’.

Nieuwe wegen zoeken en vinden, qua cultuur, ondernemerschap en geloof, lijkt bij Harmen te passen: “Ik kom uit een christelijk milieu, maar had weinig met de regeltjes. Ik wil het avontuur met Jezus aangaan.” Dit avontuur begon in zijn studententijd in Delft waar hij, naast zijn studie drinkwater technologie, het volgen van Jezus serieus ging nemen en met enkele medestudenten eenmansbedrijfjes opzette en elkaar daarbij uitdaagden om afhankelijkheid te zijn van God; zowel bij het weggeven van geld alsook het krijgen van nieuwe klanten.  Vanuit zijn studie bracht een drinkwaterproject hem in de Filippijnen waar hij werkte binnen een moslimgemeenschap. Samen met zijn vrouw ging hij na hun huwelijk terug onder de paraplu van het lokale grass-roots team, gelieerd aan zendingsorganisatie OMF, om het project af te maken. Als onderdeel van dit team in een klein dorp, raakte hij bevriend met zijn lokale teamleiders, die daar diverse bedrijfjes binnen de gemeenschap opzetten vanuit de visie van ‘Asset-Based Community Development’(ABCD), een aanpak die uitgaat van de kracht en potentie van een gemeenschap. Harmen: “Ik besef steeds meer dat ik destijds veel van hen geleerd heb.”

Na twee jaar kwam het echtpaar terug om een gezin te beginnen. “Voor Nederlandse begrippen hadden we weinig geld toen we arriveerden en daardoor kwamen we in aanmerking voor sociale huur in deze wijk.” Dat is nu tien jaar geleden. Vanaf het begin voelden ze zich thuis in de multiculturele wijk, maar begaven zich wel in heel verschillende werelden: doordeweeks werkte Harmen bij het drinkwaterbedrijf met hoogopgeleiden, op zondag fietste het gezin naar het centrum van Delft waar ze deel waren van een kerk met eveneens hoger opgeleide, blanke Nederlanders uit de regio. Intussen raakten ze steeds meer betrokken en bevriend met de mensen in de wijk: “We zagen de gebrokenheid, zoals de gevolgen van schulden en de negatieve vicieuze cirkeltjes waar mensen in terecht kunnen komen.”

 

Het avontuur gaat door

Harmen heeft al een aardige levensreis achter de rug, maar toch lijkt het allemaal nog maar pas begonnen. Want uitdagingen zijn er nog genoeg: andere steden vragen of het concept van fietskoeriers als sociale onderneming daar ook geïmplementeerd kan worden. Een bevriende ondernemer in Rotterdam-Zuid gaat al van start met een soortgelijk concept. In Delft vraagt het bouwen van gezonde bedrijfsstructuren nog de nodige tijd en aandacht en daar bovenop is hij zoekende op het gebied van het afstemmen van de koers met God: “We bidden voor en met mensen als het uitkomt,” vertelt Harmen. “Ik geloof in gebed, maar soms voelt het ook alsof je aan het ‘pleisters-plakken’ bent. De kern van de Gods koninkrijk is een innerlijke verandering, dat mensen een keus maken, zich geliefd weten door God en een gezond zelfbeeld gaan krijgen en een sterke identiteit. Daarmee is niet alles opgelost, en gaat je leven niet ineens van een leien dakje, maar dan ben je wel bezig vanuit de kern. Dat vind ik ook een spanningsveld; mijn christen-zijn wordt in mijn omgeving gerespecteerd en ik heb een hoog knuffelgehalte als sociaal ondernemer. Maar hoe ver kan ik of wil ik gaan op het gebied van de dingen doen van Jezus’ koninkrijk, van geloof en spiritualiteit? Dat is voor mij een zoektocht en een avontuur om te ontdekken.”