Antonie Fountain; Strijder voor Eerlijke Cacao en Koffie
Antonie: ‘We hebben 100 uur per week om impact te maken’
Antonie Fountain is directeur van VOICE Network en al twintig jaar mondiaal actief in de wereld van eerlijke cacao en koffie. Het netwerk heeft een aanzienlijke impact en Antonie wordt regelmatig benaderd door journalisten van invloedrijke media zoals de Washington Post en National Geographic. Een vraaggesprek.
Wat zijn enkele belangrijke thema’s die je ziet opkomen?
De gevolgen van klimaatverandering zijn niet te onderschatten, vooral voor de mensen in tropische gebieden die het minst hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde. Zij zijn de grootste slachtoffers van deze crisis. Kijk naar de recente overstromingen in de Verenigde Staten. Daarvan komen beelden voorbij op het nieuws, maar we horen niet vaak over de langdurige droogte in Brazilië of de grote regenval die de cacao-oogst in delen van Afrika heeft verwoest. Het zijn stuk voor stuk directe gevolgen van klimaatverandering. We moeten dat erkennen en nadenken over hoe deze problemen onze consumptiepatronen beïnvloeden. Klimaatverandering zal hoe dan ook onze toekomst drastisch veranderen.
Zijn op dit punt veranderingen gaande?
Er is een verschuiving naar rechtvaardigheid en duurzaamheid in het bedrijfsleven. Dit was vroeger iets voor idealisten, maar dat verandert. Er komt wetgeving vanuit de Europese Unie die bedrijven verplicht om zich te houden aan mensenrechten en milieuvoorschriften. Hierdoor worden bedrijven verantwoordelijk gehouden voor hun impact. Ik kom veel bereidwilligheid tegen voor verandering bij het middelmanagement van internationals, maar CEO’s kiezen doorgaans voor winstmaximalisatie. Maar als wetgeving verandert, kan het grote boetes betekenen of zelfs gevangenschap. Dat zal een aanzienlijke verandering teweegbrengen.
Geeft dit je hoop?
We moeten realistisch zijn. De wereld zal over 30 tot 50 jaar anders zijn. Onze hoop mag niet alleen gebaseerd zijn op de verwachting dat alles goed komt. We moeten ons ook afvragen hoe we omgaan met situaties als het niet goed gaat. Dit vraagt om een sterke focus op de zwaksten in onze samenleving, zoals de bijbel ons opdraagt.
Wat kunnen wij doen in Nederland?
Hoewel we het hier relatief goed hebben, zijn er grote ongelijkheden. Mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, migranten en andere minderheden ervaren grote moeilijkheden. Voor ons, als christenen in Noordwest-Europa, ligt er een grote verantwoordelijkheid. In plaats van alleen voor onszelf te zorgen en vast te houden wat we hebben, moeten we kijken naar wat we voor anderen kunnen betekenen.
Wat kan het midden- en kleinbedrijf hierbij betekenen?
Een bedrijf moet winst maken, dat is duidelijk, maar ook binnen een winstmodel kun je proactief zijn. Denk aan personeelsbeleid; door mensen uit kwetsbare groepen kansen te geven. Of kijk naar je bedrijfsvoering en de impact op productieketens; dit kan variëren van het verbeteren van de milieuvoetafdruk tot het bevorderen van mensenrechten.
Je klinkt hoopvol en strijdbaar. Wat houdt jou gaande?
Zoals ik al zei, mijn hoop is niet gebaseerd op het idee dat alles goed komt. Maar, ik zie een groeiende beweging van mensen die zich inzetten voor een betere toekomst. Die niet alleen voor winst gaan, maar impact willen hebben. Het idee dat we samen sterker staan, is daarbij essentieel. Zoals Berlage, de architect van de beurs, ooit zei: “Een baksteen is als eenling nietig, maar heeft met massa macht.” Samen kunnen we een verschil maken. De uitdagingen waar we voor staan, zijn groot, maar we moeten niet vergeten dat we niet alleen staan. Ik refereer daarbij graag aan het voorbeeld in India van Gandhi en Moeder Teresa. Beide hebben op hun eigen manier bijgedragen aan een betere wereld. Sommigen strijden voor systeemverandering, terwijl anderen zich richten op de mensen direct om hen heen. Beide benaderingen zijn waardevol en aanvullend.
Wat zou je de lezer nog willen meegeven?
Mijn grootvader schreef een boek genaamd “De Andere Honderd Uur”. In een week hebben we 168 uur. Stel je voor dat je 12 uur per week in de kerk bent en 56 uur slaapt. Dat laat 100 uur over om te werken aan de grote opdracht die God ons heeft meegegeven. Hoe vullen we die tijd in? Door liefde en zorg voor onze naasten te tonen. Het is in die andere 100 uur dat we echt impact kunnen maken.
Door Gea Gort